Chromosoom

De mens heeft gewoonlijk 46 chromosomen, verdeeld in 23 paren.

Elk paar bestaat uit een deel van je vader en een deel van je moeder. De twee chromosomen in eenzelfde paar zijn dus niet identiek.

De chromosomen zitten in de kern van levende cellen. Ze zijn opgebouwd uit DNA en dragen de genetische informatie.

De geslachtschromosomen bepalen het geslacht van een persoon, vrouwen hebben in dat paar twee X-chromosomen terwijl mannen een X en een Y-chromosoom hebben.

Telomeren zijn de uiteinden van de chromosomen. Bij elke celdeling worden de telomeren een minuscuul stukje korter.

Het syndroom van Down is een voorbeeld van een chromosomale afwijking, personen met downsyndroom hebben drie in plaats van twee exemplaren van chromosoom 21.

Gepubliceerd op 17-10-2017
Je winkelmand is leeg.