Pre-implantatie Genetische Diagnose
Pre-implantatie Genetische Diagnose of PGD.
Bij PGD gebeurt eerst de bevruchting via in-vitrofertilisatie (IVF). Na de bevruchting begint de cel zich te delen. Op het moment dat er 6 tot 10 cellen zijn, neemt de labotechnicus een paar cellen weg om deze te onderzoeken. De cellen worden getest om na te gaan of een specifieke genetische aandoening aanwezig is.
Meestal zijn er na IVF verschillende embryo’s waarbij men cellen kan wegnemen voor onderzoek. Het doel is om enkel een embryo terug te plaatsen in de baarmoeder dat de aandoening niet heeft met het oog op een zwangerschap.
Soms volstaat het om via PGD na te gaan of het embryo vrouwelijk of mannelijk is. Bepaalde ernstige aandoeningen komen bijvoorbeeld enkel bij jongens voor, de ziekte kan dan worden vermeden door enkel meisjes te krijgen.
PGD is in België toegelaten voor ernstige aandoeningen. Koppels die weten dat er zo’n ernstige aandoening voorkomt in de familie kunnen voor PGD kiezen om te vermijden dat ze een kind krijgen dat aan de aandoening lijdt.
Gepubliceerd op
17-10-2017