door Jan Matthys, vrijwilliger bij De Maakbare Mens
Als aanloop naar het interview werd kort stilgestaan bij de moeilijke jeugd van John Harris, en hoe Bertrand Russell hem in de jaren ‘70 op weg heeft gezet naar wat zijn specialiteit zou worden, (bio)ethica.
Voor een uitgebreid overzicht van de biografische en professionele gegevens over professor Harris verwijs ik graag naar de site van de universiteit van Manchester: http://www.manchester.ac.uk/research/john.harris/
In de loop van het interview kwamen een reeks vragen aan bod, waarvan de relevantie met de dag groter wordt in het licht van de steeds ruimer wordende perspectieven geboden door genetische manipulatie.
Zo is er allereerst de vraag omtrent de veiligheid, met name voor de toekomstige generaties, van genetische manipulaties. Zonder de noodzaak van verregaande voorzichtigheid op dit vlak in vraag te stellen, wees professor Harris er fijntjes op dat “normale” seksuele reproductie een allesbehalve veilig proces is, verantwoordelijk voor legio genetische afwijkingen en een zeer hoog uitvalpercentage. Kortom, een proces dat van geen enkele keuringscommissie groen licht zou krijgen om algemeen verspreid te worden.
Een punt waaraan bij deze discussies ook vrij vlot wordt voorbijgegaan, is de mogelijkheid om de manipulatie terug te draaien.
Vervolgens werd de kwestie van vrije keuze op tafel gelegd. Mogen ouders, als ze daar de kans toe krijgen, opteren voor genetische manipulaties met het oog op, in die volgorde: het elimineren van genetische afwijkingen (Down), het doorduwen van bepaalde uiterlijke (of andere) kenmerken (blond haar, blauwe ogen, tennistalent), omgekeerd het onderdrukken van normale lichamelijke functies omdat die niet in een bepaald kader passen (dove ouders die dove kinderen willen).
Professor Harris uitte zich allereerst als een zeer koele minnaar van wettelijke regelgeving op dit vlak, of van “medische poortwachters”. Hij is een uitgesproken voorstander van de vrije keuze om alle beschikbare middelen te gebruiken om de levensomstandigheden van de persoon in kwestie en zijn of haar kinderen te verbeteren. We hebben ook geen probleem met vaccinatie als techniek om onze overlevingskansen te verbeteren. Er is dan ook niets mis mee om “goede” kenmerken te kiezen voor je kinderen. “Goed” mag daarbij best in ruime zin geïnterpreteerd worden; als je verwacht dat een bepaalde huidskleur een negatief impact heeft op de levenskwaliteit van je kinderen is het legitiem om voor een andere te kiezen.
Van de andere kant mogen ouders op geen enkele manier schade berokkenen aan hun kinderen; er is weinig begrip voor dove ouders die ervoor kiezen om het gehoor van hun kinderen te laten wegnemen omdat ze dan tot de dovengemeenschap zouden behoren.
Opnieuw werd erop gewezen dat ook met natuurlijke reproductiemethodes bepaalde vormen van selectie gebeuren. Zo hebben John Harris’ ouders geen kinderen willen verwekken in de eerste jaren na WO II, tot ze voldoende zekerheid hadden dat de dreiging van Hitler definitief voorbij was.
Over de recente controverse rond de NIP-test, en de verwachting dat hierdoor minder Down kinderen zullen geboren worden, was de reactie vrij kort. In onze westerse wereld kan elke vrouw elke zwangerschap afbreken, los van de fysieke toestand van de foetus. Als dat kan voor een gezonde baby kan het a fortiori ook voor een baby met een beperking. Het wijst er wel op dat onze westerse wetgeving embryo’s beschouwt als vervangbare producten.
Zo komen we bij de algemene vaststelling dat de mensheid als soort ernaar streeft om zich op alle mogelijke manieren te verbeteren. Genetische manipulatie komt op die manier naast klassieke geneeskunde of onderwijs als een nieuwe technische mogelijkheid. De grens tussen therapie en “verrijking” van het individu wordt wel minder duidelijk dan ooit. Het zal ons ook vermoedelijk niet helpen om betere mensen te worden; het zou mooi zijn, maar we hebben geen flauw idee hoe we dat moeten aanpakken.
Het interview eindigde met wat ik denk dat het grote credo is van John Harris: de beste remedie tegen onheil allerhande bestaat er nog steeds in de burger een maximale vrijheid te geven, ook al loopt dat af en toe grondig mis.
Dit interview vond plaats tijdens De nacht van de Vrijdenker, 18 november 2017