door Aeneas De Baets, educatief medewerker bij De Maakbare Mens
Gisteren laaide de discussie over draagmoederschap terug op. ‘Amerikanen verkopen baby’s in België’ luidde het in De Standaard (18/01/2016), naar aanleiding van een Amerikaans initiatief dat in België ‘draagmoederbaby’s’ wil verkopen. ‘Baby Bloom’ biedt aan homokoppels de mogelijkheid contact te leggen met draagmoeders en eiceldonoren, om vervolgens een kind te verwekken waarbij het homokoppel wordt ingeschreven op het geboortecertificaat. Dit tegen een prijs van minstens 80 000 euro. Politici, geheel terecht, uiten hun ongenoegen over deze praktijk. Maar de hardnekkigheid van deze problematiek is mede aan het jarenlange politieke getalm te wijten.
Het lijkt een jaarlijks terugkerend fenomeen te zijn. Een ontspoorde situatie met een koppel dat beroep doet op een draagmoeder of een bedenkelijk commercieel initiatief waarbij wensouders en draagmoeders worden gekoppeld. Telkens wijst men op de nood aan een juridische omkadering voor draagmoederschap. Ondertussen wordt al meer dan tien jaar geijverd voor een wet op draagmoederschap. Koppels die in België beroep willen doen op een draagmoeder om een kind te krijgen, in hoofdzaak zijn dat homokoppels, kunnen hier niet terugvallen op een juridische bescherming. In 2005 leidde dat tot de mediagenieke maar betreurenswaardige zaak Baby D(onna), waarbij een draagmoeder besliste om het kind dat ze droeg niet af te staan aan de oorspronkelijke wensouders, met zo bleek achteraf de biologische vader, maar aan een ander koppel in Nederland. Een hele juridische procedure volgde waar uiteindelijk het kind zelf het grootste slachtoffer van werd. Donna zou nu af te rekenen hebben met pesterijen en onder begeleiding van psychologen en politie staan.
Al in 2005 werd om een wettelijk kader geschreeuwd om dit soort misstanden in de toekomst te vermijden, maar na tien jaar staan we nog geen stap verder. Petra De Sutter zei gisteren in deze krant ‘De wet is er nu nog niet, maar zal er op termijn wel komen’. Maar wanneer? In 2005 was de vraag naar een wet even urgent. Ondertussen wachten meerdere koppels op deze wet. Draagmoederschap gebeurt in ons land, maar het is moeilijk want een draagmoeder vinden is niet evident. Zolang er geen duidelijk wettelijk kader is, blijft er onzekerheid voor de wensouders. Maar ook potentiële draagmoeders houden de boot af vanwege de juridische leemte, met als gevolg dat er quasi geen draagmoeders te vinden zijn in België.
Kun je wensouders kwalijk nemen dat ze overwegen de stap te zetten naar het buitenland en het commercieel draagmoederschap, waarbij ze zomaar een draagmoeder kunnen uitkiezen? Zoals naar het Amerikaanse ‘Baby Bloom’ dus dat eind deze maand in Brussel infosessies plant. Iedereen is het er in België eigenlijk over eens dat een dergelijk commercieel initiatief verwerpelijk is omdat het de belangen van het kind en de ouders ondergeschikt maakt aan geld. Draagmoederschap moet ingegeven worden door altruïsme, niet door winstbejag. Een kind mag geen handelswaar zijn. Maar hoe lang moet bijvoorbeeld een homokoppel met een kinderwens nog wachten op een wet?
Het wordt tijd dat onze politici over deze kwestie hun politieke moed bijeenrapen en interne meningsverschillen overwinnen om effectief een wet te realiseren. Tien jaar is veel te lang. Uiteindelijk is iedereen het over de kern eens: draagmoeders, wensouders en hun kinderen hebben recht op juridische transparantie en bescherming.