met Jacinta De Roeck, Alexandra Vanvooren en Joz Motmans
Transgender is een paraplu-term voor verschillende groepen waarbij de identiteit niet helemaal klopt met het lichaam. Er zijn personen die als man of vrouw zijn geboren, maar zich niet zo voelen en dus van geslacht willen veranderen. Er zijn personen die zich gewoon af en toe eens kleden volgens het andere geslacht. Er zijn personen die zich man noch vrouw voelen. De term transgender omvat die diversiteit. Vroeger werd meer gesproken over transseksualiteit die term wordt nu minder gebruikt omdat transgender in principe niets te maken heeft met seksualiteit of seksuele voorkeur.
Deze afbeelding illustreert dat we slechts het topje van de ijsberg zien. De meeste transgenders zijn niet zichtbaar, enkel wie officieel van geslacht verandert of zich tot de zorgsector richt voor behandeling wordt geregistreerd.
Lange tijd waren er meer mannen die zich vrouw voelen dan vrouwen die zich man voelen. Maar bij de jongere generatie keert het om. De groep meisjes die zich geen meisje voelen groeit.
Niet iedereen stapt in een medisch traject. Sommige transgenders ondervinden de discrepantie tussen hun sekse en genderidentiteit niet als dusdanig problematisch. Andere transgenders voelen zich man noch vrouw, voor hen biedt hormoontherapie of een operatie geen oplossing. Zij wensen geen keuze te maken voor een van beide geslachten.
Elk kind dat wordt geboren is man of vrouw. Dat wordt bij de geboorte geregistreerd. Er is een uitzondering voor baby’s waarvan het geslacht bij de geboorte niet duidelijk is (interseksualiteit), er is dan een periode voorzien waarbinnen artsen kunnen beslissen welk geslacht aan de baby wordt toegekend.
Heel lang was het toewijzen van een geslacht aan elk persoon een evidentie, het werd gezien als een natuurlijk gegeven dat juridisch werd vertaald. Maar de realiteit toont dat er meer is dan man en vrouw.
Die wet kwam er door een Europese richtlijn, de besprekingen in verband met de wet waren in 2004 gestart. Het thema werd beschouwd als politiek niet interessant.
Voor de wet er was moest je een advocaat nemen en naar de rechtbank gaan om van geslacht te kunnen veranderen. De beslissing was een gunst van de rechter. Dat bracht heel wat onzekerheid met zich mee, soms werd het verzoek geweigerd om allerlei redenen. En er waren bovendien de juridische kosten.
De wet zorgde voor een duidelijk systeem en nam onzekerheid weg. Het leek toen een goed systeem, maar vandaag rijzen er heel wat vragen bij de eisen die de wet stelt.
Om officieel van naam te kunnen veranderen worden in de wet al verregaande medische stappen gevraagd. Hierdoor valt een hele groep uit de boot, zij die geen medisch traject wensen.
Om je geslacht te wijzigen is een attest van een psychiater nodig en er is de eis dat je niet meer in staat mag zijn om kinderen te baren volgens je oorspronkelijke geslacht. Een sterilisatie-eis in feite. Geen enkele andere wet stelt zo’n eis. Het druist in tegen de principes van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens: recht op privéleven, recht op familieleven en verbod op onterende behandeling.
Er was op dat moment nog geen erkenning van meemoeders en nog geen wet op medisch begeleide voortplanting. Ons juridisch systeem was dus zeker niet voorzien op transgender-ouderschap.
Een aanpassing van de wetgeving is wenselijk. Mens is er op politiek vlak ook mee bezig. De vraag is in welke richting de wet moet evolueren.
Er zijn landen die inzetten op een 3e categorie naast man en vrouw ( Australië, India). Er komt dan naast M en V ook een X bijvoorbeeld. Dat is een piste die ook bij ons wordt besproken.
In Nederland eist men enkel nog een getuigenis van een psychiater dat je een sterke overtuiging hebt tot het andere geslacht te behoren om van geslacht te kunnen veranderen. Maar er wordt nog steeds uitgegaan van het binaire systeem.
In Argentinië is het aanvoelen van de persoon zelf de basis, er zijn geen attesten en geen artsen nodig.
Malta heeft voor interseksuelen een toevoeging gedaan in haar wetgeving dat er geen ingrepen mogen gebeuren zolang het kind niet zelf kan beslissen tot welk geslacht het behoort. Ouders kunnen er ook kiezen om geen geslacht toe te kennen aan een kind.
Trans rights europe map 2016
De grijze landen zijn de landen waar er geen wettelijke erkenning is. De roze landen zijn landen waar er een sterilisatie-eis is en de blauwe landen zijn landen waar geen sterilisatie meer wordt geëist. Hieruit blijkt dat België wat achterop begint te hinken tegenover onze buurlanden. Steeds meer buurlanden laten de sterilisatie-eis vallen.
In België denken de meeste politici momenteel in de richting van man, vrouw of x. Maar is dat wel voldoende? Heeft het niet enkel een symbolische waarde, de erkenning dat er meer is dan enkel man en vrouw. Maar er moet nog altijd een keuze gemaakt worden, en de rest van onze wetgeving is nog steeds gebaseerd op de binaire categorieën. We kunnen de vraag stellen of geslacht wel nog juridisch relevant is. We proberen al jaren discriminatie weg te werken tussen mannen en vrouwen en zetten in op de gelijkheid van man en vrouw. Heeft geslacht dan nog wel juridische relevantie? Er mag juridisch gezien geen onderscheid meer worden gemaakt tussen mannen en vrouwen. Waarom dan nog registreren, het zorgt enkel voor problemen.
Het is overigens niet altijd zo belangrijk geweest. Het geslacht wordt pas officieel geregistreerd sinds Napoleon.
Het huwelijk is opengesteld voor 2 personen van verschillend of hetzelfde geslacht. Waarom niet gewoon voor 2 personen. Zeker in het afstammingsrecht zitten we met complexe constructies. Er is natuurlijk of adoptief moederschap. Bij natuurlijk moederschap is de vrouw die het kind baart de moeder. De vader is gehuwd met de moeder of kan het kind erkennen. In onze wet is een constructie opgenomen voor meemoeders parallel aan het systeem voor mannen die vader zijn. Maar er is nog altijd discriminatie van homoseksuele mannen. De biologische interpretatie en het ouderschap als sociale rol zorgen voor een spanningsveld.
Het doel van de wet is de bescherming van het kind. Het belangrijkste is dat er een of twee ouders worden geregistreerd voor het kind. Welk geslacht of welke genderidentiteit die personen hebben is in feite irrelevant.
Moesten we de wet herschrijven zonder verwijzing naar geslacht dan zou het juridisch veel eenvoudiger zijn. Het burgerlijk wetboek zou in elk geval veel korter worden. De wet voor meemoeders en de wet betreffende transseksualiteit worden dan overbodig.
Als een transman hier zou bevallen zitten we helemaal klem met onze wetgeving. Dat is spijtig als het juridisch kader de maatschappelijke ontwikkelingen niet meer kan volgen.
In de praktijk zou dat niet zo veel veranderen, maar juridisch gezien zouden heel wat zaken eenvoudiger worden.
Bij zaken zoals sport bijvoorbeeld zijn er 2 competities, nu is dat een mannen- en vrouwencompetitie. Het valt echter te objectiveren op basis van andere factoren hoe we competities kunnen verdelen. Het valt meestal samen met man en vrouw, maar het hoeft niet altijd zo te zijn.
Genderneutraliteit vertrekt nog altijd vanuit gender, vanuit het binaire. Dat is waar we nu staan.
Genderindifferentie betekent dat gender totaal geen rol meer speelt.
Waarom statistieken bijhouden over man en vrouw verschillen en waarom nog quota (positieve discriminatie)? Het aanvoelen is dat de drempel om die stap te zetten bij onze politici te maken heeft met een gebrek aan kennis met betrekking tot transgender, het vasthouden aan het binaire denken om gevoelsmatige redenen en het feit dat men het wegvallen van quota in het kader van positieve discriminatie als problematisch ervaart.
Voor België is er enkel in Gent een interdisciplinair team dat werkt rond transgender.
Voor volwassenen die zich nu aanmelden is er een wachtlijst van 6 maanden voor eerste gesprek. In eerste instantie wordt er gepraat, is er psychische begeleiding. Indien je verdere behandeling wenst wordt er nagegaan of je ondersteuning hebt. De volgende stap is het innemen van geslachtsveranderende hormonen minstens. Die moet je minstens 1 jaar nemen vooraleer de stap naar een geslachtsveranderende operatie kan worden gezet. Tussendoor zijn bepaalde behandelingen wel al mogelijk zoals epilatie, logopedie en borstchirurgie. Je moet ook nog rekening houden met de herstelperiodes tussen de verschillende operaties, het is dus een lang traject.
Sommige ingrepen worden niet terug betaald zoals epilatie, psycholoog (tenzij psychiater), sommige medicatie, esthetische ingrepen, borstverwijdering bij mannen. Bepaalde zaken vallen in de grijze zone tussen esthetische en reconstructieve chirurgie.
De wet eist chirurgie maar doordat bepaalde behandelingen en ingrepen niet worden terugbetaald ontstaan er klasseverschillen. Dat is eigenlijk onaanvaardbaar.
Er zijn meer kinderen die zeggen dat ze zich niet goed voelen met hun geboortegeslacht. Vorig jaar waren er 89 nieuwe aanmeldingen bij het centrum. Door media-aandacht is er meer bekendheid, mensen herkennen hun situatie in getuigenissen, ze weten waar ze terecht kunnen.
Er is op dit moment een wachtlijst van 1 jaar voor kinderen. Bij jonge kinderen wordt geadviseerd om het kind gewoon te laten doen wat het wil doen, bijvoorbeeld als een jongen meisjeskleren wil dragen, maar om alle opties open te houden. Het kind moet kunnen doen waar het zich goed bij voelt zonder dat de ouders de neiging hebben om het in een bepaalde categorie te duwen. Op jonge leeftijd wordt vooral advies gegeven en gezinsondersteuning.
In de puberteit merk je of het zich gaat doorzetten of niet. Ook al is een kind gans zijn kindertijd consequent geweest in het gevoel ik ben geen jongen of meisje, soms is het toch opeens over als de puberteit start. Dat heeft ook te maken met hormonale veranderingen. Ofwel wordt het gevoel bevestigd en ervaart het kind dat zijn lichaam evolueert in een richting waar hij zich niet goed bij voelt. In dat geval worden soms puberteitsremmers gegeven, dat is meestal rond de leeftijd van 11 jaar. Het ganse team en de ouders moeten welk akkoord gaan. Er wordt dan als het ware een pauzeknop ingedrukt waardoor het kind niet typische lichamelijke ontwikkelingen van de puberteit ondergaat. Het voordeel van de puberteitsremmers is dat indien behandeling later gewenst is, er gestart wordt met een neutraal lichaam. Als met de puberteitsremmers wordt gestopt dan komt de gewone ontwikkeling alsnog op gang. Er gebeuren dus geen onomkeerbare dingen.
Vanaf 16 jaar kunnen eventueel hormonen worden gegeven waardoor het lichaam ontwikkelt in de richting van het gewenste geslacht. Eens men hiermee begint gebeuren er wel onomkeerbare veranderingen.
Het is niet omdat er meer kinderen instromen dat er meer hormoontherapie wordt gestart. Een grote groep wil het niet. Jongens die met hormoontherapie starten zullen nooit sperma produceren, ze zullen zich dus nooit kunnen voortplanten. Dat betekent dus dat je met deze kinderen moet praten over kinderwens, over hoe ze hun latere leven en familie zien. De meeste willen dat op die leeftijd nog niet beslissen.
Het komt voor dat ouders niet willen aanvaarden dat hun kind zich niet goed voelt met zijn geboortegeslacht. Er komen soms telefoons van leerkrachten die melden dat het voor hen op school overduidelijk is, maar dat de ouders er geen oren naar hebben. Dan kan er enkel geadviseerd worden om met de ouders te praten.
Eens de stap naar het medische is gezet geldt de wet van de patiëntenrechten. Dat betekent dat een minderjarige in principe afhankelijk is van zijn ouders, maar een beroepsbeoefenaar kan beslissen of het kind oordeelsbekwaam is. Het gevoel is dat men niet tegen de wens van de ouders in zou starten met puberteitsremmers, ook al wil het kind dat. Een hormoonbehandeling starten bij een 16-jarige zou wel te overwegen zijn als de ouders niet akkoord gaan. Er moet dan ingeschat worden of de 16-jarige in kwestie in staat is om die beslissing te nemen. Maar in eerste instantie zal men alles doen om de ouders mee te krijgen in het verhaal.
Er wordt weleens gezegd dat het een trend, mode is. Maar er komen heel wat problemen bij kijken, discriminatie en psychische problemen zoals de hoge zelfdodingscijfers bij transgenders bewijzen. Daar kiest niemand voor. Er is wel meer openheid, meer aandacht voor het thema onder andere in de media, het feit dat de transgenderbeweging beter georganiseerd is dan pakweg 10 jaar geleden speelt daar ook een ril bij. Maar ondanks die groeiende aandacht is er nog steeds een gebrek aan kennis over transgender bij publiek en beleidsmakers.