Door Gerbert Bakx
Titel: Kwetsbare waardigheid. Ethiek aan het begin en einde van het leven
Auteur: Chris Gastmans
Boekinfo: www.pelckmansuitgevers.be
Verschijningsdatum: juni 2021
ISBN: 978 94 6337 2817
Recensent: Gerbert Bakx
Beoordeling:
Chris Gastmans, hoogleraar medische ethiek aan de KU Leuven en hoofd van het Centrum voor Biomedische Ethiek en Recht, stelt in het begin van zijn boek: ‘Ethiek is het kloppende hart van de gezondheidszorg.’ Gezondheidszorg is immers bij uitstek de context waarin mensen zich in hun lichamelijke, psychische, relationele, sociale of existentiële kwetsbaarheid aan elkaar tonen en een beroep doen op zorg die hun waardigheid als mens respecteert. Ethisch denken in de gezondheidszorg is volgens de auteur de kunst van het balanceren tussen wijsheid uit het verleden en ervaringen van vandaag, tussen klinische evidentie, ethische waarden en menselijke ervaringen. Ethiek, aldus Gastmans, is dan ook niet zomaar een extra dimensie die aan gezondheidszorg kan of moet worden toegevoegd, maar vloeit als vanzelf uit het wezen van de gezondheidszorg voort: ‘geen kers op de taart, maar het gist in het deeg.’
Uitgangspunt van Kwetsbare waardigheid is de fundamentele ethische vraag: ‘Mag alles wat kan?’ Zodra een bepaalde handeling of ingreep technisch mogelijk wordt, stelt zich immers onafwendbaar de vraag wanneer, hoe, bij wie en in welke omstandigheden die handeling of ingreep toegestaan kan worden. Het is een vraag naar waarden. Daarbij gaat het niet alleen om de zorgontvangers maar ook om de zorgverstrekkers. Respect voor de patiënt is een grote ethische verworvenheid van de laatste vijftig jaar, maar kan er niet toe leiden dat de zorgverstrekker een zorgrobot wordt die technische taken en ingrepen uitvoert. Ook dat kan tot een ontwaarding van de zorg leiden.
De auteur stelt zich tot doel de ethische kern van de gezondheidszorg te beschrijven en vervolgens toe te passen op thema’s van het begin en het einde van het leven. Het thans meest populaire ethische model is de zogenaamde principebenadering, waarin ethische problemen opgevat worden als een conflict van rechten en plichten: het principe van respect voor autonomie, het principe van geen kwaad doen (nonmaleficence), het principe van goed doen (beneficence) en het principe van rechtvaardigheid. Deze benadering maakt een procedurale afweging mogelijk, wat het nemen van moeilijke beslissingen vergemakkelijkt. De principebenadering is echter bijna exclusief gericht op concrete, observeerbare handelingen en beslissingen waarbij een aantal unieke aspecten van de zorgpraktijk over het hoofd worden gezien zoals menselijke houdingen, de kwaliteit van het zorgproces en het concrete omgaan met elkaar.
Tegenover het afwegen van abstracte principes, kiest de auteur daarom voor een ethiek van menswaardigheid. Hij gaat daarbij uit van drie kennisbronnen: medische en zorginhoudelijke kennis, ethische waarden en principes als ethisch instrumentarium, en de ervaringskennis van de rechtstreeks betrokkenen: de zorgontvangers, de zorgverstrekkers en de samenleving als geheel. Daarnaast stelt hij drie ethische pijlers: de beleefde ervaring als vertrekpunt, de interpretatieve dialoog als middel en de ethische standaard als doel. Op grond van deze kennisbronnen en ethische pijlers kan een waardigheidsbevorderende zorg ontstaan.
Op die manier komt de auteur tot het begrip ‘kwetsbare waardigheid’. Volgens de auteur is kwetsbaarheid immers een van de meest fundamentele ervaringen en is zorg de menselijke manier om met deze kwetsbaarheid om te gaan. Mensen willen menswaardige zorg ontvangen, dat wil zeggen zorg die de waardigheid van de persoon respecteert. De auteur spreekt van ‘waardigheidsbevorderende zorg’. Elk hoofdstuk van het boek beschrijft en behandelt daarvan een concreet voorbeeld.
Twee eenzijdigheden die een integrale ethiekbeoefening in de weg staan, zijn enerzijds principiële rigiditeit, anderzijds psychologisering van de ethiek. Principiële rigiditeit kan zowel tot extreem vooruitstrevende als tot behoudsgezinde standpunten leiden. Zo wordt euthanasie als zorgantwoord vaak ethisch verantwoord door te verwijzen naar het principe van respect voor autonomie. Dit is echter een onverantwoorde vereenvoudiging van een ingewikkeld ethisch probleem.
Ethische problemen worden vaak ook van hun complexiteit ontdaan door zich te baseren op slechts één of twee in plaats van op de drie kennisbronnen die nodig zijn om tot een voldragen ethisch standpunt te komen. Theoretische principes en algemeenheden gaan dan de ethische visie sturen. Maar deze visie wordt helemaal niet of onvoldoende getoetst aan de klinische complexiteit en de vele schakeringen en nuances die deze ethische vraagstukken kenmerken.
Een andere vorm van vereenvoudiging is de psychologisering van de ethiek, waarbij aan de ervaringen en belevingen van de betrokkenen een overmatig groot gewicht wordt toegekend zonder ze te toetsen aan de ethische waarden en normen die in onze samenleving van belang worden geacht. Deze waarden en normen zijn immers niets anders dan uitgekristalliseerde opvattingen over wat goed en belangrijk is in een mensenleven en in een samenleving en die daarom van generatie op generatie werden doorgegeven.
Een klein minpuntje in dit boek is dat de ietwat zwaarwichtige en abstracte stijl, de vele herhalingen en het gebruik van populaire maar moeilijke concepten als kwetsbaarheid, ondraaglijk lijden, voldoende aandacht, invoelen van het lijden, enz. die niet filosofisch onderbouwd en verduidelijkt worden, de helderheid van het betoog helaas niet altijd ten goede komen.
Dit boek is geschikt als basiswerk voor hulpverleners, studenten gezondheidszorg en al wie ethisch wil nadenken over moeilijke keuzes aan het begin en het einde van het leven. Het biedt geen definitieve zwart-witantwoorden, want er zijn geen gemakkelijke antwoorden op moeilijke ethische problemen. Ethiek blijft een gewetensoordeel maar Kwetsbare Waardigheid reikt wel concrete oriëntaties aan die het midden houden tussen principiële rigiditeit enerzijds en een relativistische laisser-faire anderzijds, twee extremen die helaas in het maatschappelijke debat juist de meeste aandacht krijgen.