In deze maandelijkse column ‘Mee met het idee’ gaan verschillende deskundigen dieper in op een onderwerp dat past binnen de thema’s van De Maakbare Mens. De gasten benaderen een gedachte of probleem elk vanuit hun eigen expertise. Misschien zetten ze ook jou aan het denken: ben jij mee met het idee?
Deze Mee met het idee verscheen in de nieuwsbrief van februari 2021.
Niet enkel in Europa kennen koppels vruchtbaarheidsproblemen. Ook in Afrika blijven mensen ongewenst kinderloos en het taboe weegt zwaar.
Gynaecoloog Willem Ombelet aan het woord
Een optimale familieplanning houdt zich naast het vermijden van ongewenste zwangerschappen best ook bezig met de realisatie van een kinderwens binnen een kinderloze relatie. Enkel op voorwaarde dat we de methodes van geassisteerde reproductie eenvoudiger, goedkoper en toch effectief kunnen houden, heeft dit project kans op slagen.
Wereldwijd kampen vandaag 200 miljoen koppels met kinderloosheid, de grote meerderheid woont in ontwikkelingslanden. De psychologische, sociale en economische gevolgen van kinderloosheid in de derde wereld zijn duidelijk meer uitgesproken dan in de westerse wereld. Vooral in Afrika leidt het vaak tot stigmatisatie, verwaarlozing, isolatie, huiselijk geweld en polygamie. Vrouwen die niet zwanger raken worden meestal met de vinger gewezen, de man laat zich nauwelijks onderzoeken en zoekt zijn uitweg veelal in andere relaties.
Kinderloosheid moet worden beschouwd als één van de meest belangrijke en ondergewaardeerde gezondheidsproblemen in ontwikkelingslanden.
Infertiliteit als gevolg van infecties is jammer genoeg meestal enkel behandelbaar met geassisteerde reproductieve technieken (ivf, icsi). Die zijn in de derde wereld ofwel niet aanwezig ofwel te duur.
De meest voorkomende oorzaken van infertiliteit in ontwikkelingslanden zijn:
Het idee om infertiliteit te behandelen in de derde wereld stuit meestal op veel onbegrip in de westerse wereld. Waarom daarin investeren in landen die een duidelijk probleem hebben met overbevolking? Daarenboven kan volgens velen het gezondheidsbudget voor deze landen beter besteed worden aan de echt dringende zaken zoals ‘family planning’, ‘mother care’ en het aanpakken van infecties zoals malaria, tuberculose, hiv-aids etc.
Cijfers afkomstig van de Verenigde Naties wijzen er duidelijk op dat in de overgrote meerderheid van de ontwikkelingslanden het aantal kinderen per vrouw gedaald is van meer dan 6.0 in 1950 tot 2.6 in 2005. Men verwacht een verdere afname tot 1.92 in 2050. Dit dankzij goed werkende familieplanning en een verbetering van het onderwijs.
Anderzijds kennen deze landen een veroudering van de bevolking, vergelijkbaar met de trend die we in onze landen zien. Voor Afrika zou de gemiddelde levensverwachting toenemen van 53 jaar in 2005 tot 66 jaar in 2045-2050. Overbevolking is dus meer en meer het gevolg van een veroudering van de bevolking en niet zozeer van de hoge geboortecijfers, ook in de derde wereld.
Aangezien de budgetten voor gezondheidszorg in ontwikkelingslanden beperkt zijn, moeten ze uiteraard met veel overleg worden besteed.
In de eerste plaats moeten we aandacht hebben voor een optimale familieplanning gecombineerd met preventiecampagnes voor het vermijden van pelvische infecties. Grote non-profit organisaties zoals de WHO, Family Health International en The Population Council werken specifiek rond deze projecten en doen uitzonderlijk goed werk.
Jammer genoeg hebben al deze organisaties het kinderloze koppel in de kou laten staan en was er in het verleden nauwelijks aandacht voor hen. In de WHO lijkt men recent toch tot bezinning te komen en zijn doelgerichte initiatieven gepland om de toegankelijkheid voor ‘infertility care’ wereldwijd te verhogen. Of dat gebeurt, hangt vooral af van de mate waarmee we de technieken van geassisteerde reproductie goedkoper kunnen maken zodat ze betaalbaar worden voor een veel groter deel van de bevolking.
De diagnose van infertiliteit kan makkelijk worden gesteld door een gericht bloedonderzoek, een goede anamnese, een eenvoudige vaginale echografie en een microscopisch onderzoek van het semen. Al deze technieken zijn eenvoudig en goedkoop, daarenboven kunnen ze op dezelfde dag worden verricht, een groot voordeel in de derde wereld.
Bij de diagnose van een matige mannelijke factor en bij infertiliteit van onbekende oorsprong bieden intra-uteriene inseminaties (IUI) een goedkope en efficiënte oplossing, haalbaar in de meeste ontwikkelingslanden.
Indien ivf noodzakelijk is, blijft één van de grote doelstellingen uiteraard de simplificatie van deze technieken waarbij goedkope, effectieve en veilige ivf mogelijk wordt. Er moet op alle niveaus van de behandeling worden gewerkt, met name de laboratoriumtechnieken en de hormonale stimulatie. Voor de hormonale stimulatie zou een milde stimulatie met clomifeencitraat (Clomid) al dan niet gecombineerd met een lage dosis gonadotrofines een goedkope en aanvaardbare oplossing kunnen bieden.
Voor de vereenvoudiging van de laboratoriumtechnieken hebben we in Genk, in samenwerking met de Universiteit van Colorado (USA) een eenvoudige techniek ontwikkeld waarbij een duur laboratorium niet nodig is. De prijs voor ivf kan hiermee tot 80% worden gereduceerd. Ondertussen zijn met deze techniek reeds 200 kinderen geboren, de resultaten zijn meer dan bemoedigend.
Het is duidelijk dat kinderloosheid voor koppels in de derde wereld een zeer zware sociale, psychologische en economische druk met zich meebrengt. Toch blijft dit probleem miskend en onderschat, niet alleen door de westerse wereld maar ook door de lokale beleidsmensen. Soa’s en zwangerschapsgebonden infecties zijn de belangrijkste oorzaak van infertiliteit in ontwikkelingslanden. De integratie van infertiliteitscentra in reeds bestaande centra voor reproductieve gezondheid is aangewezen. Een optimale familieplanning houdt zich naast het vermijden van ongewenste zwangerschappen best ook bezig met de realisatie van een kinderwens binnen een kinderloze relatie. Enkel op voorwaarde dat we de methodes van geassisteerde reproductie eenvoudiger, goedkoper en toch effectief kunnen houden, heeft dit project kans op slagen.
The Walking Egg (TWE) vzw werd opgericht door Willem Ombelet en Koen Vanmechelen in 2008. Deze vzw heeft als voornaamste doel een kwaliteitsvolle diagnose en behandeling van onvruchtbaarheid wereldwijd te kunnen aanbieden aan een aanvaardbare prijs.
Bovendien schenkt TWE veel aandacht aan:
‣ Advocacy: TWE wil trachten het taboe rond infertiliteit te verminderen.‣ Het oprichten van eenvoudige fertiliteitscentra in ontwikkelingslanden waarbij kwalitatief hoogstaande en betaalbare vruchtbaarheidsonderzoeken en -oplossingen worden aangeboden, in combinatie met initiatieven voor een betere familieplanning en moederzorg.
‣ Het verrichten van onderzoek naar de ethische, socio-culturele en economische gevolgen van kinderloosheid.