In deze maandelijkse column ‘Mee met het idee’ gaan verschillende deskundigen dieper in op een zelfgekozen onderwerp dat past binnen de thema’s van De Maakbare Mens. De auteur krijgt de ruimte om een gedachte of probleem uit te werken en daagt ook jou uit: ben jij mee met het idee?
Deze column is verschenen in de nieuwsbrief van 3 december 2018.
![]() | door Guido Pennings, professor (bio-) ethiek aan de UGent en voorzitter van Bioethics Institute Ghent (BIG) |
De eerste vraag die zich stelt is: is draagmoederschap ethisch aanvaardbaar of niet? Indien hierop ja wordt geantwoord, dan is de tweede vraag: onder welke voorwaarden?
Ik zal niet de hele lijst met ethische problemen rond draagmoederschap bespreken maar slechts ingaan op 3 punten die volgens mij belangrijk zijn.
De wet moet de basisdoelstelling van draagmoederschap voor ogen houden: een vrouw draagt een kind voor en van een ander. Als we dit aanvaarden, moet de wet de logica van de praktijk respecteren: dwz de wensouders zijn de juridische ouders van het kind vanaf de geboorte. De erkenning van ouderschap staat volkomen los van de biologische (zwangerschap) en de genetische band met het kind.
“Indien men draagmoederschap aanvaardt, moeten de wensouders de juridische ouders zijn vanaf de geboorte en zou er geen bijkomende handeling zoals adoptie meer mogen worden gevraagd.”
Indien men draagmoederschap aanvaardt, moeten de wensouders de juridische ouders zijn vanaf de geboorte en zou er geen bijkomende handeling zoals adoptie meer mogen worden gevraagd. Dit impliceert ook dat de overeenkomst dwingend en afdwingbaar is. Indien men dat niet aanvaardt, moet men geen draagmoederschap aanvaarden. De draagmoeder het recht geven om het kind te houden, betekent dat zij de moeder van het kind is tot ze het afstaat en dit is strijdig met de basisvooronderstelling dat de wensouders de ouders van het kind zijn. De draagmoeder kan het kind niet afstaan want het is haar kind niet. Zij heeft die vooronderstelling aanvaard toen ze in deze overeenkomst is gestapt.
Een wet kan onmogelijk alle situaties voorzien. De wet zou vooral een kader moeten scheppen waarin niet te veel beperkingen worden opgenomen. Bovendien zouden beperkingen moeten worden geargumenteerd. Bijv. de draagmoeder moet reeds een eigen kind hebben gedragen. Ik ben het er volledig mee eens dat dit een aanbeveling moet zijn maar dit hoeft geen absolute eis te zijn. Een andere dergelijke regel is dat het gezin van de draagmoeder voltooid moet zijn. Hoe ga je dat controleren? Gaat men wachten tot ze 45 is?
We vertrekken van de idee dat draagmoederschap niet commercieel mag zijn. Het is heel belangrijk dat men hier specificeert wat men bedoelt. Er zijn twee interpretaties mogelijk: a) er mag geen geld worden betaald aan de draagmoeder of b) de draagmoeder mag geen financiële motieven hebben.
Een persoon die wordt betaald, heeft daarom niet noodzakelijk een financieel motief of is uitsluitend door een financieel motief gemotiveerd. We weten dit van eicel-, sperma- en bloeddonatie. Omdat vele mensen het vaak moeilijk hebben om dit punt te begrijpen, even de volgende vergelijking: wanneer ik naar mijn huisarts ga, dan betaal ik hem of haar voor de consultatie. De conclusie zou dan ook moeten zijn dat die man of vrouw dat enkel doet voor het geld. Als die redenering niet geldt voor mijn dokter, waarom dan wel voor een draagmoeder?
“Ik meen dat er tussenvormen bestaan die geen betaling zijn en toch kunnen helpen om draagmoeders te rekruteren.”
Op dit ogenblik heeft men de neiging om alles wat maar kan worden beschouwd als een voordeel te verbieden. De meest strikte vorm zou enkel de terugbetaling zijn van bewezen onkosten. Maar dit betekent dat ongemakken, misselijkheid, tijdsinvestering, pijn en dergelijke geen ‘kosten’ zijn en dus ook niet kunnen worden vergoed. Dit om te vermijden dat een draagmoeder aan het eind financieel beter af is dan voordien. Waarom mag dit niet terwijl dit voor medische vrijwilligers wel mag?
Ik meen dat er tussenvormen bestaan die geen betaling zijn en toch kunnen helpen om draagmoeders te rekruteren, bijv. een geschenkbon of betaald verlof zoals vroeger voor bloeddonors.
Mijn positie: we overschieten ons doel als we uitsluitend zuiver altruïstisch gemotiveerde draagmoeders aanvaarden. Er zijn voordelen die mijns inziens perfect verdedigbaar zijn en niet tot commercialisering leiden. Mijn conclusie is dat het mogelijk is om een systeem van ‘ondersteund altruïsme’ te verdedigen. We zouden hier een pragmatische benadering kunnen aannemen: we onderzoeken de onkosten van bijv. 10 draagmoeders in detail en we voegen daar een bedrag of een geschenkbon aan toe voor ongemak, hinder, pijn, tijd etc. Opnieuw, we doen iets dergelijks voor medische vrijwilligers waarvan we weten dat ze in belangrijke mate financieel gemotiveerd zijn. Waarom zou die regeling ook niet kunnen worden toegepast voor draagmoederschap?
Zelfs in het geval van ‘ondersteund altruïsme’ blijft er vrijwel zeker een tekort aan draagmoeders. Zeker als sommige wetsvoorstellen tegelijk stellen dat men draagmoederschap niet mag aanprijzen. Hoe moeilijker men de rekrutering van draagmoeders maakt, hoe meer mensen in het buitenland hun heil zullen zoeken.
“Hoe moeilijker men de rekrutering van draagmoeders maakt, hoe meer mensen in het buitenland hun heil zullen zoeken.”
In de meeste gevallen schuiven mensen een repressieve oplossing naar voor: die mensen die naar het buitenland gaan moeten worden bestraft. Dit kan op verschillende manieren: men weigert hen te erkennen als de wettelijke ouders of men geeft hen een geldboete of gevangenisstraf. Zelfs indien men geen voorstander is van betaling, is nog steeds de vraag of een dergelijke reactie gepast is. Gaan we dan moeders van kinderen die verwekt zijn met donoreicellen uit het buitenland ook niet langer erkennen als die donor daarvoor werd betaald?
Het weigeren van de erkenning van het ouderschap is in ieder geval niet in het belang van het kind. In tegendeel, in de meeste gevallen zal het duidelijk nadelig zijn voor het kind indien het achterblijft in het land van de draagmoeder of indien het geen ouders heeft. Voor mij blijft de belangrijkste methode om dit probleem te vermijden: voldoende rekrutering in eigen land. Dan kan de praktijk worden georganiseerd op een voor ons aanvaardbare manier.
Noot
Draagmoeder betekent hier ‘persoon die zwanger is voor een ander’. We weten dat de term niet voor iedereen de lading dekt. De persoon die zwanger is, heeft immers niet de bedoeling een moeder/ouderschapsrol op te nemen. Bij een alternatief als “draagvrouw”, ligt het accent op het geslacht van de persoon, wat niet voor iedereen correct of comfortabel aanvoelt. We houden hier de term draagmoeder aan vanwege de herkenbaarheid en bedoelen hiermee niemand uit te sluiten.