In deze maandelijkse column ‘Mee met het idee’ gaan verschillende deskundigen dieper in op een onderwerp dat past binnen de thema’s van De Maakbare Mens. De gasten benaderen een gedachte of probleem elk vanuit hun eigen expertise. Misschien zetten ze ook jou aan het denken: ben jij mee met het idee?
Deze Mee met het idee verscheen in de nieuwsbrief van maart 2022.
Eén op vijf Belgische vrouwen beëindigt in de loop van haar leven een zwangerschap, zeer vaak is daarbij ook een partner in beeld. Wat is de positie en het belang van een partner in een abortusverhaal?
Dorian Accoe (UGent) neemt je mee met zijn idee.
We zouden de mogelijkheid moeten aanbieden aan zwangere personen om hun partner te betrekken doorheen het abortusproces zonder dat een van beide partners zich bedreigd hoeft te voelen.
“Abortus is niet uitzonderlijk”, zo staat te lezen op de website van Luna VZW (unie van Nederlandstalige Abortuscentra). Eén op de vijf Belgische vrouwen* beëindigt in de loop van haar leven een zwangerschap. In 2019 werden er in België meer dan 18 000 zwangerschapsafbrekingen geregistreerd. Aangezien men met twee moet zijn om zwanger te worden, is het aannemelijk dat er ongeveer even veel mensen – meestal mannen – een abortus ervaren via hun partner. Al zijn hier geen exacte cijfers over te vinden.
Uit bevragingen in abortuscentra weten we dat de medeverwekker dikwijls betrokken is bij het abortustraject. Daarbij bevinden de meeste ongewenste zwangerschappen zich in een partnercontext. Zo blijkt uit een studie van Joke Vandamme uit 2017 dat twee op drie vrouwen* die opteren voor een abortus een vaste relatie van langer dan een jaar hadden met de betrokken man. Hij is dan ook de vaakst voorkomende aanwezige steunpersoon in het abortuscentrum.
Partners uit niet-dwingende relaties hebben een bijna uitsluitend positief effect op het welzijn en de post-abortusreactie van de vrouw*.
Bovendien wordt de aanwezigheid van de partner meestal positief geëvalueerd door de persoon die de zwangerschap draagt. Partners uit niet-dwingende relaties hebben namelijk een bijna uitsluitend positief effect op het welzijn en de post-abortusreactie van de vrouw*. Het mag dan ook niet verbazen dat de mate van gepercipieerde steun gegeven door de mannelijke partner een significante impact heeft op de evaluatie van de abortuservaring van de vrouw*. Partners kunnen daarenboven – in tegenstelling tot bijvoorbeeld zorgverleners – gemakkelijker langdurige steun bieden.
Op het eerste gezicht is hier niets merkwaardig aan. Bij andere medische ingrepen die impact hebben op het welzijn van patiënten wordt er doorgaans aandacht besteed aan hun steunpersonen en omgeving. Het betrekken van de partner van de patiënt is belangrijk aangezien ook die de medische ingreep negatief kan ervaren. Bij een zwangerschapsafbreking is dit niet anders. Mannelijke partners die meegaan naar het abortuscentrum rapporteren bijvoorbeeld emoties van angst, hulpeloosheid, gemis, woede, falen en eenzaamheid.
Toch blijkt dit in de abortuspraktijk niet vanzelfsprekend te zijn. De woorden ‘mannen’ en ‘abortus’ in eenzelfde zin doen verschillende alarmbellen rinkelen. Het huidig abortusrecht kon, om het zacht uit te drukken, niet altijd rekenen op de steun van de mannelijke helft van de samenleving of een mannelijke parlementaire meerderheid. In verschillende landen, zoals bijvoorbeeld Polen of de Verenigde Staten, komt het zelfbeschikkingsrecht van de zwangere persoon daarbij nog regelmatig in opspraak en in gevaar. Het laatste dat we er nog willen bijnemen – laat staan promoten – is dat ongewenste mannen zich moeien met ongewenste zwangerschappen.
Deze oplettendheid wordt weerspiegeld in de getuigenissen van mannelijke partners die meegingen naar het abortuscentrum. Zij geven aan het gevoel te hebben dat ze daar werden uitgesloten, gemarginaliseerd of genegeerd. Ze voelen zich benaderd en bekeken als ‘schuldige’ of dader. Er heerst met andere woorden een idee dat het de schuld is van de man dat er een ongewenste zwangerschap is.
Er heerst een idee dat het de schuld is van de man dat er een ongewenste zwangerschap is.
Echter, de man blijven zien als louter dader, of ‘zwanger-maker’, weerspiegelt volgens mij conservatieve denkbeelden en genderrollen. We willen namelijk dat de lasten van reproductieve taken – zoals zwangerschappen, opvoeding, contraceptie en dergelijke meer – niet enkel op de schouders vallen van personen die al de zwangerschap dragen. Deze zaken zouden idealiter een gedeelde verantwoordelijkheid moeten zijn binnen een partnerrelatie. Als dit geldt voor ‘zwanger worden’ en ‘niet zwanger worden’, waarom zou dit dan niet gelden voor het ‘niet meer zwanger worden’? Kortom, als mannen hun verantwoordelijkheden moeten opnemen bij zwangerschappen, denk ik dat dit ook het geval zou moeten zijn bij ongeplande of ongewenste zwangerschappen.
Hoewel er ongewenste partners in abortuscentra zijn en we er alles aan zouden moeten doen om hen uit te sluiten en hun invloed te minimaliseren, zijn deze slechts een minderheid. Het is belangrijk op te merken dat niet elke vorm van invloed op de abortusbeslissing als bedreiging, problematisch of dwingend ervaren wordt door de zwangere persoon. De eerder vermelde studie van Joke Vandamme toont aan dat hoe vrouwen* zich voelen bij de zwangerschapsafbreking niet losstaat van hoe hun partner zich voelt en omgekeerd. De relatie zelf heeft ook invloed op de abortusbeslissing, en de abortusbeslissing heeft invloed op de relatie. Zoals eerder aangehaald, zweeft de zwangerschap namelijk niet in een relationeel vacuüm.
Niet elke vorm van invloed op de abortusbeslissing wordt als bedreiging, problematisch of dwingend ervaren door de zwangere persoon.
Naar mijn mening zou een zwangerschapsafbreking in een goed functionerende partnerrelatie – net als andere reproductieve kwesties – een gemeenschappelijk project moeten zijn. Ik onderschrijf het legaal beslissingsrecht van (en enkel van) de persoon die de ongewenste zwangerschap draagt. In lijn van dit beslissingsrecht, denk ik dat we ook aan hen moeten overlaten wie ze al dan niet betrekken in hun abortusproces.
We zouden dus de mogelijkheid moeten aanbieden aan zwangere personen om hun partner te betrekken doorheen het abortusproces zonder dat één van beide partners zich bedreigd hoeft te voelen. Verder denk ik dat het belangrijk is dat iedereen die negatieve emoties ervaart, daar ook de gepaste professionele zorg en ondersteuning voor kan krijgen. Het is tenslotte in ieders belang dat de ongewenst zwangere persoon wordt ondersteund door een partner die zich ook begrepen voelt in hun emoties. Want als we het beslissingsrecht van vrouwen* echt willen respecteren, dan moeten we ook erkennen dat velen er niet alleen voor willen staan.
*personen die een zwangerschap afbreken worden geregistreerd als ‘vrouw’. Echter, ook transmannen en andere personen die zich niet identificeren als vrouw kunnen zwanger worden. Daarnaast zijn niet alle medeverwekkers betrokken bij ongewenste zwangerschappen mannen.