Mee met het idee. Worden rusthuizen binnenkort vervangen door smart homes?

In deze maandelijkse column ‘Mee met het idee’ gaan verschillende deskundigen dieper in op een zelfgekozen onderwerp dat past binnen de thema’s van De Maakbare Mens. De auteur krijgt de ruimte om een gedachte of probleem uit te werken en daagt ook jou uit: ben jij mee met het idee?

Deze column is verschenen in de nieuwsbrief van mei 2021.

door Tania Moerenhout – Bioethics Centre – University of Otago, Dunedin, NZ

Best wat mensen kijken uit naar hun pensioen, naar een periode van vrijheid waar genieten op de eerste plaats komt, of het nu van reizen of van kleinkinderen is. Zeer weinig mensen kijken uit naar intrekken in een rusthuis, daarentegen. We kunnen nochtans niet om de realiteit heen: ondanks de vooruitgang in welvaart en gezondheidszorg van de laatste eeuw, blijft de kans groot dat we op het einde van ons leven geconfronteerd worden met fysieke en mentale beperkingen die ons afhankelijk maken van helpende handen. Soms wordt die afhankelijkheid zo groot dat een gespecialiseerde, aangepaste omgeving nodig is; dat wordt dan vaak het rusthuis. We denken er doorgaans liever niet teveel over na, over dat verlies van onze capaciteiten en autonomie in oude dagen, maar de Covid-19-pandemie heeft ons bikkelhard met de realiteit geconfronteerd. De klassieke institutionele rusthuizen bleken zeer vatbaar te zijn voor de verspreiding van een epidemie. Niet alleen lag de dodentol immens hoog, de lockdown en restricties hebben sociale isolatie en eenzaamheid ook nog doen toenemen. Het doet de vraag rijzen: zijn er betere alternatieven beschikbaar?

Smart homes zijn al langer aan een opmars bezig en richten zich steeds vaker op de markt van oudere personen. De definitie durft al eens te verschillen en de beschikbare toepassingen zijn zeer uiteenlopend, maar de verschillende types smart homes hebben met elkaar gemeen dat ze ouderen in staat stellen langer zelfstandig thuis te wonen.
In de eerste plaats gaat het over domoticasystemen die gebruik maken van sensoren in de woning. Zo kunnen slimme vloeren een val registreren en bewegingssensoren kunnen alarm slaan wanneer de bewoner bijvoorbeeld een hele dag in bed blijft liggen of wanneer er enkele uren geen beweging wordt gedetecteerd. Een slimme woning kan de gebruiker verwittigen wanneer de oven te lang blijft aanstaan of kan de waterkraan afsluiten als die blijft lopen.
In een tweede laag komt gezondheidszorg aan bod: het monitoren van chronische aandoeningen en streven om zoveel mogelijk gezond te blijven kan thuis ondersteund worden door digitale technologie. Een slimme pillendoos kan medicatiegebruik opvolgen en zo nodig corrigeren, een spraakgestuurde assistent als Amazon’s Alexa of Google Home kan een bewegingsprogramma aanbieden of een ambulance bellen in noodsituaties, en een slim toilet kan urineweginfecties opsporen. De mogelijkheden op vlak van gezondheidsopvolging zijn legio.

Het is met name die integratie en interoperabiliteit die het mogelijk maken voor een oudere persoon om langer veilig en zelfstandig te wonen in een hoogtechnologische thuisomgeving.


Tot slot is het belangrijk te beseffen dat al deze toepassingen kunnen worden gekoppeld: Internet-of-Things (IoT) zorgt voor de integratie van alle toestellen in huis en kan ook zorgen voor externe data-uitwisseling. Wanneer die enorme datastroom wordt geanalyseerd (vaak via artificiële intelligentie), kan het huis ‘leren’ hoe een bewoner zich gedraagt en wordt een gepersonaliseerde aanpak mogelijk. Zo wordt er bijvoorbeeld geen alarm geactiveerd als die bewoner elke zondag tot 10 u. uitslaapt, maar evengoed kunnen boodschappen worden geleverd via de voice assistant die het gebruikelijke boodschappenlijstje kent, of wanneer er iets in de slimme koelkast ontbreekt. Het is met name die integratie en interoperabiliteit die het mogelijk maken voor een oudere persoon om langer veilig en zelfstandig te wonen in een hoogtechnologische thuisomgeving. En dit is geen science fiction: alle beschreven systemen zijn nu reeds beschikbaar.

Is dit een win-win situatie, meer veiligheid, gezondheid én meer autonomie dankzij een slim huis? Zoals het geval is met alle vormen van technologie, bestaat ook hier een spanningsveld tussen ethische principes. Drie uitdagingen staan op de voorgrond: privacy, sociale isolatie en de spanning tussen veiligheid en autonomie.

Verlies van privacy is mogelijk zowel door de monitoring zelf (via bewegingssensoren, maar soms ook via geluidsopnames en camerabeelden) als door het delen van data, met bedrijven of met familieleden. Kun je met alle smart home technologie nog een relatie hebben met je buurman zonder dat je kinderen het weten? Het is een vraag waar veel mensen wat ongemakkelijk van worden, maar die wel een belangrijk ethisch probleem blootlegt.

De veiligheid die een smart home biedt, kan ook op vlak van sociale isolatie een tweesnijdend zwaard zijn. Wanneer familieleden gerustgesteld zijn door de technologische monitoring, springen ze dan minder vaak eens binnen bij die kwetsbare oudere om te kijken hoe het gaat? Anderzijds worden de contacten die er zijn misschien kwalitatiever en waardevoller, als ze dankzij de technologie met minder ongerustheid gepaard gaan en familieleden niet snel-snel maar even binnenspringen. We moeten in elk geval rekening houden met het risico dat in een hoogtechnologische thuisomgeving eenzaamheid nog steeds een groot probleem vormt.

De belangrijkste ethische vraag binnen smart home technologie blijft echter welk doel ze dient: is de technologie gericht op het vergroten van de veiligheid en gezondheid van de bewoner, of is ze erop gericht om diens autonomie te bewaren, misschien te verbeteren? Beiden gaan jammer genoeg niet altijd samen. Wat gebeurt er met de oudere kranige dame die elke avond een goed glas whisky wil drinken voor het slapengaan? Ongetwijfeld iets waar ze erg van geniet, maar het gaat ook gepaard met een valrisico en is niet de beste keuze als we denken aan het optimaliseren van haar gezondheid. Met andere woorden, kun je in een smart home ongezonde keuzes maken? Kun je in een smart home risico’s nemen?

Is de technologie gericht op het vergroten van de veiligheid en gezondheid van de bewoner, of is ze erop gericht om diens autonomie te bewaren, misschien te verbeteren?

Deze vragen brengen ons terug naar het rusthuis. Een van de grootste ethische spanningsvelden in het rusthuis is het feit dat de veilige omgeving met medische ondersteuning en persoonlijke verzorging ook een verder verlies van autonomie, vrijheid en betekenis of levensdoel met zich kan meebrengen, voor iemand die door fysieke en mentale beperkingen meestal al heel wat autonomie en levensvreugde is verloren. Een aantal rusthuizen hebben daar de laatste jaren verandering in proberen te brengen, door autonomie, keuzevrijheid en levensvreugde meer op de voorgrond te plaatsen. Het zit vaak in kleine dingen, zoals het introduceren van huisdieren, bewoners keuze geven in maaltijden, het creëren van een huiselijke en familiale omgeving, het vermijden van opgelegde tijdsschema’s en het ondersteunen van oudere personen in de levensdoelen die ze hebben. Meestal betekent dit ook een kleinschaligere (maximum tien personen) en gepersonaliseerde aanpak.

Worden rusthuizen binnenkort vervangen door smart homes? Deze vraag is dus niet zo makkelijk te beantwoorden. Het is mogelijk, zeker. Maar we moeten ons eerst de vraag durven stellen wat een betekenisvol leven inhoudt op oudere leeftijd, rekening houdende met de daarmee gepaard gaande beperkingen en het verlies van zelfstandigheid, en welke waarden we daarbij voorop willen plaatsen. De uitkomst van dit debat zou technologische ontwikkelingen in een gewenste richting kunnen leiden. En of het dan een smart home of rusthuis of iets anders wordt, zolang we kunnen uitkijken naar een plek waar we met ‘goesting’ oud zijn, is de missie geslaagd.

Gepubliceerd op 25-05-2021

Bekijk ook even dit:

Je winkelmand is leeg.