Recensie ‘Goed ziek’

Hoe we onze gezondheidszorg veel beter kunnen maken

Door Klaas Nollet

 

Het boek Goed ziek begint met een heel behapbare uitleg rond de huidige gezondheidszorg in België en in welk bedje die ziek is. Iedereen hoorde al de herkenbare uitspraak dat we het in België toch goed hebben wat medische zorgen betreft. Auteur Ri De Ridder vertrekt van daar om aan te tonen dat dit niet altijd waar is. Hij schrijft op een heldere en heel begrijpbare manier waarom ons systeem eigenlijk helemaal zo goed niet is voor iedereen. Dat doet hij aan de hand van het triple aim principe, later uitgebreid naar het quadruple aim principe, in het leven geroepen door het Institute for Healthcare Improvement.
Een gezondheidszorgsysteem moet vier doelstellingen nastreven: de verbetering van de gezondheid van de bevolking, de verhoging van de kwaliteitservaring van de zorg, betere werkomstandigheden voor mensen in de zorg en de verhoging van de efficiëntie. In het eerste deel analyseert hij het huidige systeem en bekijkt hij of en hoe onze gezondheidszorg aan de vier criteria van bovenstaand principe voldoet.

In het tweede deel legt hij stap voor stap uit welk systeem hij voorstaat en waarom dat dan zoveel beter is. De kern van zijn betoog is dat we af moeten van de individuele benadering per prestatie en moeten evolueren naar een territoriaal systeem waarbij wijkgezondheidscentra met een team van zorgverleners gefinancierd worden op basis van het aantal ingeschrevenen. Zo kunnen ze rond iedere patiënt een zorgteam opstellen waarin alle disciplines die die patiënt nodig heeft aan bod komen. Het draait ook om het versterken van heel wat andere domeinen dan de fysieke gezondheid. En daar komen we bij een belangrijke rode draad in zijn ideale systeem: preventie. We doen het goed op het vlak van genezen, maar niet op het vlak van voorkomen. En dat is nochtans beter. Daarom wil hij mensen weerbaarder maken door ook te zorgen voor alle omgevingsfactoren die een grote rol spelen in het welbevinden en het langer gezond zijn van mensen: huisvesting, zelfredzaamheid, netwerk, tewerkstelling, … Op elk van die vlakken heeft het zorgteam dat samengesteld kan worden rond elke individuele patiënt een rol te spelen.

De wijkgezondheidscentra met hun zorgteams krijgen in zijn systeem alle ruimte om te handelen, want ze worden op het mesoniveau gestuurd door de locoregionale zorgorganisatie. Die beheert ook het budget en financiert hen. Op het macroniveau bevindt zich dan de overheid. In het nieuwe systeem heeft die veel minder werk: ‘De overheden delegeren en faciliteren het werk van de regionale zorgorganisatie […]’.

Beide delen zijn doorspekt met voorbeelden die menig lezer zullen doen jaknikken. De Ridder schrijft heel herkenbaar en slaagt er daardoor in om je als lezer mee op sleeptouw te nemen door zijn betoog. Of je nu voor of tegen het systeem bent dat hij verdedigt, het is onmogelijk te ontkennen dat hij vakkundig de pijnpunten in het huidige systeem weet bloot te leggen. Dat is een van de grote sterktes van Goed ziek. Je merkt doorheen het boek dat de auteur jarenlang met dergelijke materies bezig is geweest en heel duidelijk weet waarover hij spreekt. Dat pleit alleen maar in zijn voordeel. Belangrijk is dat hij niets uit de weg gaat, en zo ook de mogelijke evolutie van ziekteverzekering, ziekenhuizen en ziekenfondsen onder de loep neemt.

Voor de lezer die puur rond de huidige gezondheidszorg en het systeem van De Ridder wil lezen, volstaan in principe de eerste 186 bladzijden. Die lezen ook vlot en daarin wordt al voldoende aandacht besteed aan kritische beschouwingen en de weerstand tegen verandering. Al van in de inleiding maakt de auteur duidelijk dat de echte verandering van onder uit zal moeten komen. De volledige ommekeer van een systeem kan niet bewerkstelligd worden door uitleg of wetgeving van bovenaf. Er moet eerst een mentaliteitswijziging komen, en eens voldoende mensen overtuigd zijn kunnen er dingen beginnen schuiven. Dan kan er geëxperimenteerd worden, en aan de hand van positieve resultaten kan er verder gebouwd worden aan een nieuw systeem dat voor iedereen dezelfde goede zorgen biedt.

Na de eerste twee delen is de aanklacht tegen het huidige systeem en de uiteenzetting van het nieuwe systeem eigenlijk al achter de rug. Daarna volgen nog enerzijds deel 3, waarin de lezer getrakteerd wordt op reflecties rond de kunst van het veranderen (of de weerstand ertegen) en anderzijds een epiloog waarin verder doorgedacht wordt op het geschrevene.

Wie dus na de eerste twee delen verder leest komt ook in contact met de hele veranderings-geschiedenis, met de nadruk op de oprichting en de functie van De Sleep, het wijkgezondheidscentrum waar het voor De Ridder écht begon. Zonder afbreuk te doen aan de inhoudelijke waarde, komt het derde deel soms wat over als een geschiedkundige opsomming en is het bij momenten wat worstelen om erdoor te geraken.

Het vierde deel bestaat dan weer uit reflecties naar aanleiding van wat inhoudelijk in het boek aan bod is gekomen. Als lezer word je door de vele citaten geprikkeld om alles wat je ervoor las door te denken, zelf aanvullingen te maken op het boek en de ogen te openen voor de vele mogelijkheden die voor ons liggen. Het is wachten tot pagina 237 tot er iets over het zingevende aspect van de zorg voor zowel zorgvragers als -verstrekkers wordt gezegd.
Desondanks is het positief dat dit punt niet helemaal ontbreekt in een anders bijna alomvattend boek. Aan de hand van opgemerkte lichtpunten worden ook nog al dan niet uitgewerkte suggesties gedaan voor de toekomst, evenzeer een element dat niet kon ontbreken.

Auteur: Ri De Ridder
Titel: Goed ziek. Hoe we onze gezondheidszorg veel beter kunnen maken
Boekinfo: www.vanhalewyck.be
Verschijningsdatum: november 2019
ISBN 978-94-6131-997-5
Recensent: Klaas Nollet
Beoordeling:

Gepubliceerd op 02-04-2020

Bekijk ook even dit:

Je winkelmand is leeg.