Door Stéphanie Jaenen
‘Slaap is iets wat verschillende dichters, schrijvers, filosofen en wetenschappers al sinds mensenheugenis gefascineerd heeft’. Zo start Stefan Lucius zijn werk over slaap en slaapstoornissen. Hiermee verwijst hij reeds naar de vele spreuken en anekdotes afkomstig van gerenommeerde schrijvers die hij doorheen het boek Welterusten! Over slaap en slaapstoornissen zal citeren. Aan het begin van elk hoofdstuk introduceert hij de inhoud door middel van een kort citaat waardoor de kern alvast gevat is. Lucius wil op die manier het thema van slaap en slaapstoornissen kaderen aan de hand van verschillende domeinen zoals filosofie en psychologie. Onderzoek over de slaapproblematiek heeft zich gedurende afgelopen jaren meer en meer van de medische naar de psychologische kant gewend. Naast deze trend die zich sinds kort in onze huidige maatschappij stagneert, is er nog een tweede trend: slaapproblematieken worden tegenwoordig meer en meer afzonderlijk onder de loep genomen zodat maatwerk mogelijk wordt en er voor de vele complexe problemen individuele adviezen kunnen worden opgesteld.
Lucius wijdt ons in de wereld van de slaap in via een kadering over het belang van slaap en de mentale veerkracht van het individu. Slaapproblemen zijn namelijk de nieuwe moderne kwaaltjes waarmee we te kampen hebben en die onze cognitieve functies beïnvloeden. Aan de hand van drie dimensies licht Lucius de problematiek van slaap toe. Er zijn nl. drie parameters die deze probleemstelling mee bepalen zoals de slaapdruk, bioritme en ‘arousal’. Slaapdruk is de behoefte naar slaap die we als mens gedurende een etmaal voelen. Dit varieert van individu tot individu en is ook afhankelijk van de diepte van de slaap die we hebben gehad tijdens de dag of nacht. Het bioritme is een intern ritme dat bij iedere persoon anders is en dat ook afgestemd is op de omgeving. We noemen dit ook wel eens de ‘biologische klok’. Dit beheerst een klein gebied in onze hersenen dat volgens Lucius de basis is van de mensheid omdat het ons helpt te overleven. Door dit bioritme passen wij ons zo goed mogelijk aan onze omgeving aan. Tenslotte kaart Lucius het aspect ‘arousal’ aan dat wijst op het proces dat de toestand weergeeft van ons centrale zenuwstelsel waardoor we ons bewust zijn van dingen. Arousal en alertheid kunnen we met elkaar vergelijken. De mate van arousal beïnvloedt het slaappatroon. Stress en piekeren kunnen een oorzaak zijn voor een hoog ‘arousalniveau’ waardoor slapen een moeilijk proces kan zijn.
In een volgend hoofdstuk komen de slaapstoornissen aan bod. Wat is een slaapstoornis precies en hoe kun je die herkennen? Lucius bespreekt verschillende varianten van slaapstoornissen zoals insomnie, hypersomnie, parasomnie en slaapritmestoornis die het lichaam en de geest kunnen teisteren. Vaak gaat het om vreemd gedrag dat zich manifesteert tijdens de slaap of stoornissen die de slaap onderbreken. Hierdoor kan het dagelijks functioneren stevig in de war worden gebracht. Een tip van Lucius is gewoonweg ‘slaap voldoende en maak het jezelf niet zo moeilijk’… Maar de hamvraag in deze kwestie is natuurlijk: hoe weet je nu dat je een langdurig slaapprobleem hebt en je niet enkel lijdt aan een korte slaaponderbreking omwille van enkele dagen te korte nachtrust? Net omdat er zoveel varianten van slaapproblemen bestaan, is dit zeker geen sinecure om te ontdekken. Bovendien is het herkennen van deze stoornissen moeilijk omdat we ons niet altijd even goed bewust zijn van het bestaan ervan en de schade die ze aanrichten. Aan de hand van simpele vragen en tips leidt Lucius ons de wereld van de anamnese in om op die manier de slaapproblematiek te ontleden. Ook haalt hij de link met stress en emoties aan zodat we begrijpen welke andere oorzaken er achter de slaapproblemen kunnen liggen. Lucius bespreekt de belangrijkste verstoringen in de drie parameters die hij in zijn eerste hoofdstuk aangehaald heeft, nl. slaapdruk, bioritme en arousal en maakt hierdoor de link met het theoretische gedeelte in zijn vorig hoofdstuk.
Naast de stand van zaken van de slaapproblematiek, haalt de schrijver in deel 4 van het boek ook enkele behandelingen tegen deze slaapstoornissen aan. Enerzijds komt de farmacologische behandeling aan bod, en anderzijds de niet-farmacologische behandeling. De eerste aanpak richt zich vooral op het aspect ‘medicatie’ bij verschillende storingen in de slaapdruk, bioritme en het arousalniveau. In hoofdstuk vijf wordt dit luik verder uitgewerkt. Deze heeft het effect van rustgevend te werken alsook angstremmend in bepaalde situaties. Helaas is het imago van slaapmedicatie positiever afgebeeld door de media dan eigenlijk goed zou zijn voor ons lichaam en onze geest. Slaapmedicatie verergert in sommige gevallen zelfs de problematiek omdat het de cognitie aantast en de benzodiazepinen andere klachten kunnen teweeg brengen (depressie, nachtmerries, zweetaanvallen, …). Het is volgens de auteur veel belangrijker om de ware oorzaak van de slaapproblemen te onderzoeken en deze aan te pakken. Opnieuw haalt Lucius de drie parameters aan en past hij op elk van de invloed van medicatie hierop. Bovendien komt ook de grote boosdoener ‘alcohol’ aan bod. ‘Gewenning’ en ‘verslaving’ zijn evenzeer thema’s die Lucius bij dit thema aankaart en uitdiept.
Daarnaast beschrijft Lucius ook de niet-farmacologische behadelingen van slaapproblemen. Een voorbeeld hiervan is het 3P-model van Arthus Spielman, waarbij inzicht gecreëerd wordt in de ontstaansgeschiedenis van de specifieke slaapproblematiek. Factoren zoals kwetsbaarheid, uitlokkende factoren en in standhoudende factoren worden onder de loep genomen. Oplossende behandelingen kunnen bijvoorbeeld relaxatie, slaapoptimalisatie, piekermanagement, lichttherapie en mindfullness zijn. Daarnaast beschrijft de schrijver ook nog enkele specifieke slaapproblemen zoals slaapapneu, snurken, nachtmerries, slaapwandelen en licht hij deze toe met wetenschappelijke literatuur.
In het laatste hoofdstuk haalt Lucius nog enkele doelgroepen aan waarbij de besproken slaapproblemen vooral voorkomen. Hij start met de doelgroep kinderen. Als een kind van begin af aan geen goed slaappatroon aangeleerd krijgt, kan dat grote gevolgen hebben op lange termijn: eetstoornissen, nachtmerries, concentratie- en gedragsproblemen in de kleuterklas. Opgroeien en slapen zijn dus met elkaar verbonden. Ritme en slaapgewoontes zijn erg belangrijk voor een gezond slaapgedrag. Dat begint al van kindsbeen af. Lucius besluit hier dat slaap een gedrag is dat men kan aanleren door middel van een leerproces. Hij onderbouwt de stelling dat slaap aangeleerd gedrag is omdat het een vorm van conditionering is waarbij de (groot)ouder en andere opvoedende instanties de regisseurs zijn van het traject. Een baby zal gemiddeld 6 tot 9 maanden nodig hebben om goed door te slapen. Een peutertje en kinderen van basisschoolleeftijd hebben ook nog steeds erg veel slaap nodig om de emotionele en cognitieve ontwikkeling op jonge leeftijd te ondersteunen. Een slaaptekort heeft bovendien een negatieve invloed op intelligentie.
Naast de doelgroep kinderen bespreekt Lucius ook het slaapgedrag bij pubers, adolescenten, zwangere vrouwen, vrouwen in de menopauze, ouderen en dementerenden en werkenden in ploegensystemen. Zo krijgen we telkens een kort overzicht van het slaapgedrag op verschillende leeftijden en in verschillende fases in het leven waardoor we ons als lezer zeker kunnen identificeren met de inhoud van dit boek. Zwangerschap bijvoorbeeld stelt ons slaapgedrag enorm op de proef. Door de verandering in de hormoonhuishouding kan je lichaam het ook flink te verduren krijgen: stemmingswisselingen en opvliegers kunnen ervoor zorgen dat de slaap vaak onderbroken wordt en de nachtrust verstoord is. Oudere mensen hebben dan weer meer behoefte aan vaker slaap en de slaapkwaliteit neemt bij hen vaak af omdat ze over het algemeen lichter slapen. De consumptie van slaapmiddelen neemt ook toe bij het oudere publiek. Daar waar jongeren iets minder behoefte hebben aan slaap, hebben ouderen dan weer wel meer behoefte aan meer slaap, maar vaker gespreid. Voor al deze verschillende doelgroepen stelt Lucius telkens ook een oplossing bij slaapproblemen voor zoals lichttherapie en het verminderen van omgevingsgeluiden.
Om te besluiten, kunnen we stellen dat de auteur in Welterusten! op een duidelijke en gestructureerde wijze deze problematiek van slaap en slaapproblemen beschrijft door middel van wetenschappelijk onderbouwde argumenten. Elk hoofdstuk kent een afgebakend thema en we krijgen na elk hoofdstuk een overzicht van de geraadpleegde literatuur. Daarnaast behandelt Lucius verschillende thema’s op een erg frisse manier, zonder in een overbodige dufheid te vervallen. De lezer wordt niet overladen met een overaanbod aan technische informatie, maar wordt eerder geprikkeld door al de ludieke en interessante weetjes her en der aangestipt. Bovendien is dit werk erg praktisch opgesteld met bij elk hoofdstuk tips en tricks, leuke anekdotes en vooral realistische casussen waardoor het boek een echte handleiding bij de snurker of slapeloze in nood wordt. De schrijver haalt ook bij elk hoofdstuk een spreuk aan van een bekende filosoof, zanger, artiest of wetenschapper waardoor er voldoende afwisseling is tussen de technische eerder wetenschappelijke informatie en de leuke tips over slaapapneu, overgewicht, het positieve effect van yoga, tips voor slaaprituelen en slaaphygiëne, slaapritme, enz.
Welterusten! is een echte aanrader voor wie zich wil onderdompelen in de slaapwereld. In dit boek vind je een schat aan informatie en verhelderende simpele tips om zelf aan de slag te gaan als je een of andere slaapprobleem hebt dat je onder de loep wil nemen. Lucius geeft de raad om ons in de slaapkamer enkel te focussen op ‘het slapen’ en geen overbodige middelen mee te nemen in deze ruimte. Desondanks raad ik toch aan om dit boek een vaste plek te geven op het nachttafeltje als redder in nood bij slapeloze nachten.
Laat het u ‘slapen’!
Titel: Welterusten! Over slaap en slaapstoornissen
Auteur: Stefan Lucius
Boekinformatie: Uitgeverij Boom
ISBN 9789461059277
Verschijningsdatum: 2013
Recensent: Stéphanie Jaenen
Beoordeling: