Door Frank D’hanis
Neuropsychiater Luc Crevits laat zich voor de titels van zijn boeken blijkbaar graag inspireren door dezelfde filosoof; na het vrijelijk op een aforisme van Nietzsche gebaseerde Mijn Geest van Vlees en Bloed is er nu het meer strikt van de Duitse iconoclast geleende Word wie je bent. In dit boek gaat Crevits de confrontatie aan met enkele van de moeilijkere vragen die zich op het grensdomein tussen hersenwetenschappen en filosofie bevinden, met een lichte nadruk op die vragen die strikt genomen (nog) niet empirisch opgelost zijn. Dit maakt dat het boek eerder leest als een filosofisch werk dan als een populair wetenschappelijke uiteenzetting, hoewel de grens tussen beiden uiteraard zeer smal en wellicht ook redelijk arbitrair is.
Drie thema’s met een zeer lange filosofische geschiedenis worden aangepakt: de band tussen determinisme en vrije wil, de (gedateerde) kloof tussen natuur en omgeving en de stap van materie naar geest. Het tweede thema, van de drie thema’s datgene waarover het meest uitgebreid gesproken kan worden binnen de afgebakende grenzen van het neurologisch onderzoek, wordt het meest uitvoerig behandeld, met eerst een algemeen hoofdstuk over het nature-nurture, vervolgens een hoofdstuk over neuroplasticiteit en dan één over zelforganisatie.
De rode draad en het uitgangspunt van het hele boek is de materialistische overtuiging van de auteur, die hij met een plethora aan bewijsmateriaal lardeert. Zeer vaak neemt Crevits, voorzichtige wetenschapper die hij is, geen sterke stelling in wat verschillende materialistische posities betreft. Zo beschrijft hij bijvoorbeeld de hypothese van de emergentie met betrekking tot het moeilijke probleem (meestal in het Engels the hard problem) van de philosophy of mind, en lijkt hij een en ander redelijk plausibel te vinden, maar nuanceert hij even later toch weer het al te theoretische soelaas dat dit begrip biedt.
Ander voorbeeld van de genuanceerde flair van de auteur: zo’n dertien keer licht hij de positie van de Amerikaanse filosoof Daniël Dennett in de verschillende debatten toe, zonder finaal te bevestigen of de filosoof het volgens hem bij het rechte eind heeft of niet. De volledigheid en de eerlijkheid gebieden ons toe te voegen dat er natuurlijk ook tal van stellingen en stromingen zijn die de auteur stellig verwerpt. Voorbeelden hiervan zijn het idee dat vrije wil en determinisme elkaar zouden uitsluiten of de ingeving dat we naar bovennatuurlijke of krachten zouden moeten grijpen als we iets (nog) niet kunnen verklaren. Maar toch blijft het boek vooral door zijn nuance overtuigend, de filosofische discussie die erin verweven zit heeft een open einde, blijft een zichzelf ontwikkelende, semi-eeuwige zoektocht naar antwoorden, net zoals de wetenschap dat ook is.
Zoals de auteur zelf ook aangeeft is dit boek dan ook niet te lezen als een poging om hypothetische oplossingen voor de moeilijke problemen met betrekking tot onze hersenen aan te reiken maar wel als een doorwrocht en helder gestructureerd overzicht van de verschillende neurofilosofische discussies en hun historische verloop. Voor de absolute nieuweling in deze kwesties heeft het boek dan ook zeer veel te bieden: op een laagdrempelige manier maar zonder het complexe te schuwen legt de auteur uit waarover de discussies in de wetenschap en filosofie over de hersenen vandaag gaan, en toont hij overtuigend aan dat deze twee domeinen steeds dichter tot elkaar zijn gekomen. Voor wie al iets meer doorgewinterd is in het lezen van filosofische of (pop-)wetenschappelijke werken over de thematiek zal het boek de verschillende onderwerpen en de problemen die ermee samenhangen, niet diep genoeg behandelen. Dit neemt niet weg dat wij genoten hebben van het feest van herkenning dat het boek te bieden heeft. Het boek weet ook in nauwelijks 180 pagina’s een zeer breed perspectief voor te spiegelen, iets dat zeker niet vanzelfsprekend is en dat wij zeker konden appreciëren.
Klein kritisch puntje: het is jammer dat de redacteur van dit boek zijn werk niet erg grondig gedaan heeft. Zo begint een intermezzo op pagina 177 met de woorden “iedereen is vertrouwt met de verticale overerving…” en konden we doorheen het hele boek meer dan eens een kromme zin of een spelfout vinden. Niet de schuld van de auteur, maar het komt de leesbaarheid, die algemeen gesproken een belangrijke troef van dit werk is, niet ten goede.
Laten we echter nog eens benadrukken dat dit een relatief klein euvel is, en dat Word wie je bent voor de rest zeker aan te raden valt, zeker voor relatieve beginners in de wetenschapsfilosofie.
Titel: Word wie je bent. Brein, lichaam en omgeving in harmonie
Auteur: Luc Crevits
Boekinfo: ASP editions
ISBN 978 90 5718 510 6
Verschijningsdatum: 2016
Recensent: Frank D’hanis
Beoordeling: