De race van het zoeken naar een werkend en veilig vaccin tegen het nieuwe COVID-19 is volop bezig. Om dit te begrijpen is het handig om meer te weten over vaccins in het algemeen.
Oorspronkelijk komt het woord vaccin van ‘vacca’ wat koe betekent.
Lang voor virologie (studie van virussen) bestond, merkten de mensen bij een grote pokkenepidemie dat de meisjes die bij koeien werkten een mooie egale huid hadden, terwijl zowat iedereen daarbuiten door de pokken werd getroffen. De meisjes waren in contact geweest met de koeienpokken waardoor ze immuun waren voor de menselijke variant.
Zo ontdekte men het principe waar onze vaccins vandaag nog grotendeels op gebaseerd zijn:
Contact met een verzwakte variant van een ziekte kan je immuunsysteem activeren zonder dat je er echt ziek van wordt.
Vaccinatie = het toedienen van een vaccin zodat ons immuunsysteem in actie schiet.
Het vaccin bevat stoffen waardoor ons lichaam een eerste keer leert omgaan met een aanval van een ziekteverwekker. Deze milde versie van de ziekteverwekker vormt geen gevaar, maar ons lichaam leert wel hoe het de vijand kan herkennen en verslaan.
Wanneer de echte (natuurlijke) ziekteverwekker ons lichaam infecteert zijn we niet meer in levensgevaar. Een slimme zet van ons eigen lichaam.
Vaccinatie is de meest effectieve en goedkope manier om infectieziektes te voorkomen.
Eerst en vooral moet je weten waarvoor je een vaccin nodig hebt.
Het lijkt evident, maar je moet op voorhand weten welke boosdoener je te snel af wil zijn en hoe die reageert op verschillende omstandigheden en stoffen.
Is het mogelijk om voor de ziekte uitbreekt te vaccineren?
Bij veel aandoeningen is een vaccin een prima idee. Sommige aandoeningen verdwenen volledig dankzij vaccinatieprogramma’s voor de hele bevolking.
Bij een ‘enhanced disease’ daarentegen, is het zeer moeilijk om preventief een vaccin toe te dienen.
Wat is een ‘enhanced disease’?
Een enhanced disease wordt erger bij een volgende infectie.
Bij een 1ste infectie wordt je niet al te ziek. Een 2e infectie zal veel ernstiger verlopen, mogelijk zelfs met fatale afloop.
Het virus richt dus meer schade aan als je al eens geïnfecteerd was door een andere stam van hetzelfde virus.
Een voorbeeld van een ‘enhanced disease’
Dengue (of knokkelkoorts), een infectieziekte die wordt veroorzaakt door het denguevirus en overgedragen via muggen.
Er bestaan 4 types Dengue, met telkens een andere stam. Maakte je de ziekte een keer door, dan ben je levenslang immuun voor dat type. Raak je nog eens geïnfecteerd door een ander type, dan kunnen de gevolgen dramatisch zijn.
Wereldwijd is er een beweging tegen vaccinatie: de anti-vaxxers. Zij gaan ervan uit dat het geen goed idee is om een gezond lichaam bloot te stellen aan een ziekteverwekker, zelfs als die erg verdund is.
Nochtans zijn vaccins het 2e meest levensreddende middel, na proper water. Volgens de WHO werden er tussen 2010 en 2015 meer dan 10 miljoen overlijdens voorkomen door vaccinatie.
Soms vragen mensen zich af waarom het nog nodig is om te vaccineren tegen een ziekte die niet meer voorkomt in een bepaalde regio. Bijvoorbeeld, waarom hier blijven vaccineren tegen polio als dit alleen nog een probleem is in Afghanistan en Pakistan?
Het antwoord: omdat de ziekteverwekker die aan de basis van de ziekte ligt niet volledig is uitgeroeid. Zolang die ergens ronddwaalt, kan hij nog steeds een uitbraak veroorzaken.
In België zijn er ook anti-vaxxers. Zo was er een beweging die beweerden dat het HPV-vaccin schadelijk is. De kritiek lijkt echter gebaseerd op onbetrouwbare bronnen. In de afgelopen tien jaar werd geen verband vastgesteld tussen het vaccin en ziektes die sommige gevaccineerden kregen. (Lees meer op Eoswetenschap.eu)
Angst voor ernstige bijwerkingen ligt soms aan de basis voor bezorgdheid over vaccinatie. In een bijsluiter vind je steeds alle mogelijke bijwerkingen terug. Maar er moet een onderscheid gemaakt worden tussen een ‘nevenwerking’ en een ‘adverse drug reaction’.
Stel dat je eender welke medische kwaal hebt na een vaccinatie. Het lijkt dan makkelijk de vaccinatie de schuld geven, maar is er wel echt een oorzakelijk verband? Om dat aan te tonen heb je grootschalig wetenschappelijk onderzoek nodig.
Stel: Je gaat een brood halen bij de bakker. Voor je terug naar huis vertrekt, neem je al een hapje van het verse brood. Onderweg geraak je betrokken in een auto-ongeval. Volgens de definitie is het verkeersongeluk een nevenwerking van het eten van dat brood. Het ongeval deed zich immers voor nadat je het brood at. Maar dat wil niet zeggen dat het brood het ongeluk heeft veroorzaakt.
Dit artikel is gebaseerd op ons (digitaal) gesprek met Pieter Neels.
Als freelance consultant helpt hij bij vaccin-ontwikkeling en legt contacten met de autoriteiten. Op dit moment is hij betrokken bij 4 covid-19 projecten waarvan 1 in de VS.