Op deze pagina vind je alle teksten die op de vroegere website Overaldna.be stonden.
Er zijn evenveel antwoorden op die vraag als er generaties zijn in je stamboom. DNA en genen worden doorgegeven van ouder op kind. Regelmatig worden foutjes gemaakt bij die overdracht waardoor er nieuwe varianten ontstaan. Door deze ‘foutjes’ ontstond 2 miljoen jaar geleden de mens als aparte soort uit DNA doorgegeven door onze gemeenschappelijke voorouders met de apen. Die mensen evolueerden naar de ‘moderne’ mens zo’n 200 000 jaar geleden. Wij hebben nog steeds zo’n 95% à 99% DNA gemeen met de chimpansee.
Vanuit Afrika veroverden de mensen de wereld en ontstonden er nieuwe genetische verschillen. Deze variaties uiten zich in verschillende huidskleuren en gestaltes. Toch zijn deze verschillen genetisch miniem. Alle mensen hebben ongeveer 99,9% genen gemeen met elkaar. De wetenschap van de populatiegenetica houdt zich hiermee bezig.
Binnen een familie lijken mensen genetisch nog meer op elkaar. Hoe dichter familieleden bij je staan, zoals je ouders, hoe meer jullie genetisch op elkaar lijken. Naast de 99,9% die iedereen gemeenschappelijk heeft, overlapt ook de laatste 0,1%. Dat komt omdat je jouw genen erft van je ouders. Al je genen heb je in tweevoud, het ene exemplaar kreeg je van je moeder, het andere van je vader.
Doordat we onze genen erven, kan men aan de hand van je genen je afstamming bepalen en onderzoeken of je vader je biologische vader is.
In 1835 pakte de Londense dierentuin uit met chimpansee Tommy en twee jaar later met orang-oetan Jenny. Het was een sensatie! Maar toeschouwers voelden zich niet op hun gemak, de apen leken zo menselijk. Waren ze mens of dier?
Darwin introduceerde daarop de mogelijkheid dat de mens is voortgekomen uit dieren. Later werd algemeen aangenomen dat mensen en mensapen een gemeenschappelijke voorouder hebben.
Het duurde tot 1975 voor het eerste DNA-onderzoek. Groot was ieders verbazing toen het DNA van mens en chimpansee voor 99% identiek bleek. Toch zien we er anders uit. Niet omdat we andere genen hebben, maar omdat die genen in een ander patroon gebruikt worden.
Ons DNA is een receptenboek voor hoe wij ontwikkelen en bepaalt of we uitgroeien tot vlieg, muis, aap of mens. Het basisplan was al aanwezig bij onze allervroegste voorouder, daarom delen mensen, dieren en planten een groot aantal dezelfde genen.
Tijdens de zwangerschap is de foetus heel gevoelig en kwetsbaar, zeker in het begin. Logisch, want de genenstructuur ontstaat al bij de bevruchting. Toch zal niet elk gen in werking treden. Welke genen activeren, wordt voor een belangrijk stuk tijdens de zwangerschap bepaald door externe factoren.
Daarom is roken en drinken extra risicovol voor een zwangere vrouw. Genen van de foetus kunnen zich heel anders gedragen door deze invloeden, met een grote impact op de ontwikkeling. De levensstijl van de moeder en omgevingsfactoren tijdens de zwangerschap zijn dus heel belangrijk. Ook aanhoudende stress bij de moeder kan de genexpressie van het kind beïnvloeden. Sommige ziekten, zoals diabetes, kunnen ook een invloed hebben.
Ook bij volwassenen speelt levensstijl een rol. Rook en drink je, of slaap en beweeg je weinig, dan zullen je genen anders werken.
Roken tijdens zwangerschap beschadigt DNA van baby
Zwangerschap en stoppen met roken
Tijdens de zwangerschap kan men met een test nagaan of het kind een aandoening heeft, dat is een prenatale test. Een bekend voorbeeld is de test voor het syndroom van Down, die sinds 2014 vooral via de NIP-test wordt uitgevoerd. In België kan elke zwangere vrouw deze test laten uitvoeren, maar hij is vooral nuttig voor wie een verhoogd risico heeft. Dat is bijvoorbeeld het geval bij vrouwen die ouder zijn of wanneer er aanwijzingen zijn op de eerste trimester echografie.
Andere prenatale genetische testen zijn de vlokkentest en vruchtwaterpunctie. Deze testen kunnen opsporen of de foetus een genetische aandoening heeft.
Het is belangrijk dat je vooraf overweegt wat je gaat doen met de testresultaten. Iedereen hoopt op een positieve uitkomst, maar wat als het niet zo is? Dit kan leiden tot moeilijke beslissingen, zoals het afbreken van de zwangerschap.
Eenzelfde testresultaat hoeft niet voor alle ouders tot dezelfde beslissing te leiden. Het ene koppel zal kiezen voor abortus, het andere niet. Dat hangt af van veel factoren, maar ook van de vraag wat we zien als een (ernstige) beperking en wat niet.
De regering besliste om de NIP-test in België voor iedereen zo goed als gratis te maken. Opiniemakers vragen zich af of ouders zich nog vrij voelen om de test niet te doen. Het is zo gangbaar dat er sprake kan zijn van maatschappelijke druk.
‘Is de hype rond NIPT terecht?‘, een kritische noot van prof. Heidi Mertes, voorzitter De Maakbare Mens
Hij lijkt sprekend op zijn vader, zij lijkt als twee druppels water op haar zus. Kinderen lijken op familie en daar zitten onze genen voor iets tussen. Een kind krijgt de helft van zijn genen van moeder en de andere helft van vader. Zo worden eigenschappen doorgegeven van generatie op generatie. Je bloedgroep, koppigheid, aanleg voor sport, of je urine anders ruikt als je asperges hebt gegeten, en zo veel meer.
Niet elke eigenschap wordt exact van een van de ouders gekopieerd. De combinatie van de genen van beide ouders geven soms een ander resultaat. Zo kunnen ouders met bruine ogen toch een kind krijgen met blauwe. Bij het kopiëren van de genen kan er ook iets ‘fout’ gaan waardoor er een andere uitkomst is. Naast genen spelen ook opvoeding en de omgeving waarin een kind opgroeit een rol. Een kind met muzikale aanleg dat meer geïnteresseerd is in sport zal zijn muzikaal talent misschien niet ontwikkelen. Als een kind qua karakter of interesses lijkt op zijn ouders dan is het moeilijk uit te maken welke rol genen daarin spelen en welke rol de opvoeding.
Uiterlijk zegt niet alles, kinderen kunnen op vele manieren met hun ouders verbonden zijn. Kun jij raden welke kinderen bij welke ouders horen? Speel ons spel ‘De appel valt niet ver van de boom’
Een erfelijke ziekte in de familie roept vragen op. Ben ik drager van de ziekte? Zal de ziekte mijn (klein)kinderen treffen? Vooral mensen met een kinderwens herkennen deze vragen. Gelukkig kun je vooraf te weten komen of er werkelijk een risico is. In een Centrum voor Medische Genetica kun je laten testen of jij (of je partner) drager bent van een erfelijke aandoening, dat is een dragerschapstest.
Op basis van de testresultaten informeert een geneticus je, nog voor de zwangerschap, over de risico’s voor je kinderen. Sommigen laten vanwege de risico’s hun kinderwens varen of overwegen adoptie. Wil je wel kinderen, maar een erfelijke aandoening vermijden? Dan kun je kiezen om zwanger te worden met donorzaad of -eicellen. Of je kunt via ivf embryo’s uit je eigen zaad- en eicellen laten groeien, waarna een embryo wordt ingeplant dat niet door de ziekte getroffen is. Die techniek heet pre-implantatie genetische diagnostiek.
Uiteraard kun je er ook voor kiezen om op de natuurlijke manier zwanger te worden, rekening houdend met het risico.
Veel overwegingen, elk met hun gevolgen en risico’s. Wie een genetische aandoening in de familie heeft en een kinderwens, gaat niet over één nacht ijs.
Genen zijn je aanleg, je ‘bouwplan’. Ze bepalen voor een groot stuk wie je bent, je karakter, waarvoor je talent hebt, enzovoort. Maar je omgeving heeft minstens een even grote impact. Tijdens je groei word je beïnvloed door indrukken, opvoeding, cultuur, je leefgewoonten, … Een simpel voorbeeld: je kunt dankzij je genen talent hebben om een goede violist te worden, maar zonder vioollessen zal dat niet lukken.
Je wordt dus gevormd door een wisselspel tussen genen en omgeving. Er worden verschillende genen in verband gebracht met crimineel gedrag, maar je bent niet automatisch crimineel als je zo’n gen hebt. Vaak is het de combinatie van zo’n gen met een problematische jeugd die crimineel gedrag triggert. Onderzoek toont deze wisselwerking aan bij kinderen met een gen dat zorgt voor een lagere hoeveelheid van het eiwit “MAOA” in het lichaam. Ze hebben een hogere kans op antisociaal gedrag, maar enkel als ze verwaarloosd of mishandeld zijn geweest.
Elke ouder kent de hielprik: de screening bij elke pasgeborene waarbij bloed wordt afgenomen om 16 aangeboren ziekten op te sporen. Zoals PKU, een ziekte waarbij fenylalanine – een stof die je via voeding zoals melk of kauwgom binnen krijgt – zich opstapelt in het lichaam en zo de hersenen beschadigt. Bij een pasgeborene met PKU merkt men de eerste weken niets, terwijl er toch al beschadiging optreedt. Daarom test men alle pasgeborenen op PKU, om op tijd te kunnen ingrijpen.
Ondertussen wordt een genoomanalyse steeds eenvoudiger en goedkoper. Krijgt binnen enkele jaren elke pasgeborene een volledig genetisch paspoort? Met een volledige analyse kan men niet enkel testen op specifieke erfelijke ziekten, maar ook op aanleg tot bepaalde ziekten zoals kanker.
Screening kan dus veel ellende voorkomen, maar kan misschien ook onze privacy onder druk zetten. De genetische informatie zou ook gebruikt kunnen worden door bijvoorbeeld verzekeraars, werkgevers en bedrijven. Bovendien willen onze kinderen misschien liever niet weten of ze een erfelijke aanleg voor bijvoorbeeld Alzheimer hebben.
Alita is 9 jaar en geboren met PKU. Lees haar verhaal
Mark is 12 en heeft het syndroom van Marfan. Lees wat hijzelf, zijn ouders en zus daarover vertellen
Je genoom = je volledige genetische code. Het is de hele opeenvolging van DNA-lettertjes die jouw genen vormen. Het is jouw recept.
Bij een volledige genoomanalyse brengt men je volledige genetische code in kaart. Men leest alle lettertjes en gaat ze interpreteren. Vaak analyseert men in de praktijk niet het genoom van a tot z, maar het belangrijkste deel ervan om sneller een resultaat te bekomen en de kosten te drukken. Het resultaat is een rapport met informatie over jou: je uiterlijke kenmerken, je aanleg voor ziektes en andere eigenschappen, meestal in termen van een verhoogd risico of een verlaagd risico. Hoewel we al van heel wat genen weten welke invloed ze hebben op onze gezondheid, zijn er nog veel meer waarvan we de werking niet kennen. Daarom geeft een genoomanalyse altijd een beperkt en mogelijk vertekend beeld.
Tien jaar geleden duurde een genoomanalyse nog weken en kostte het duizenden euro’s. Maar het wordt steeds eenvoudiger en goedkoper. Er zijn al commerciële bedrijven die online genoomanalyses aanbieden. Maar de resultaten zijn niet eenvoudig te interpreteren en zonder begeleiding bestaat het risico dat je de cijfers verkeerd begrijpt.
Als je medische klachten hebt en je vermoed dat je genen een rol spelen, dan kun je beter aankloppen bij een Centrum voor Medische Genetica. Je kunt er terecht voor informatie, een test en de nodige begeleiding.
8 meningen, 8 beslissingen. De Maakbare Mens bracht 8 mensen samen die hun verwachtingen, nieuwsgierigheid en twijfels over DNA-analyse delen. Wie doet de genoomanalyse? Wie niet? Lees het op Watzeggenjouwgenen.be.
In de Telefacts-reportage DNA liegt niet, lieten Francesca Vanthielen, Kurt Rogiers, Matthias en Staf Coppens hun genoom analyseren. (om aan te melden, is een Vimeo-account nodig. De aanmaak van een account kan snel en gratis)
Kleine verschillen in het DNA zijn normaal, we hebben allemaal genetische variaties. Maar soms zijn die variaties niet onschuldig en veroorzaken ze een erfelijke aandoening.
Mogelijk zit het probleem in 1 gen. Deze aandoeningen kunnen met een genetische test makkelijk opgespoord worden, omdat men gericht kan zoeken op 1 stukje in het DNA. Andere aandoeningen hangen af van meerdere genen en dikwijls ook van andere factoren, zoals je levensstijl en je omgeving.
Overweeg je een genetische test? Daarvoor kun je terecht in de Centra voor Medische Genetica. Ze brengen de situatie in kaart en voeren een genetische test uit wanneer nodig. Ze staan je bij voor, tijdens en na de test en kunnen als de beste uitleggen wat de testresultaten betekenen. Dat is nodig, want testresultaten zijn vaak uitgedrukt in percentages en moeilijk te interpreteren. Wat betekent precies een ‘verhoogd risico met 10%’?
Wat wachten en onzekerheid met je doet
Nora Tilley over de zelfgekozen amputatie van haar boezem
Ons hele lichaam bestaat uit cellen. Tijdens ons leven vernieuwen de cellen zichzelf door zich telkens weer te delen. Verouderde cellen sterven en worden vervangen door nieuwe. Zo blijven onze organen en weefsels hun functie uitvoeren. Dat mechanisme werkt goed, maar er is een beperking: cellen kunnen niet eindeloos delen en in vorm blijven.
In elke cel zitten chromosomen (opgerold DNA) die vrijwel identiek worden gekopieerd. Onvermijdelijk gaat er bij het delen ook informatie verloren. Dat gebeurt aan de uiteinden van de chromosomen, de telomeren. Die uiteinden, en uiteindelijk ook het hele chromosoom, worden telkens korter.
Kortom, veroudering laat zich niet enkel zien in grijze haren. Ieder chromosoom in iedere cel ondergaat veroudering en uiteindelijk ook ieder orgaan of weefsel dat erdoor is opgebouwd.
Bij ouderdomskwalen speelt leeftijd vanzelfsprekend een rol. Hoe ouder je bent, hoe groter je risico. Vaak voorkomende ouderdomsziekten zijn hartklachten, diabetes, Alzheimer en Parkinson.
Veroudering is een normaal biologisch proces. Iedereen wordt ouder. Hoe dat proces verloopt en welke kwalen er opduiken, daarbij speelt genetische aanleg een rol.
Voor verschillende ouderdomskwalen werd onderzocht of ze te herleiden zijn tot een genetisch defect. Zowel bij de ziekte van Parkinson, Alzheimer, hartkwalen en diabetes vond men inderdaad specifieke genen.
Let wel, een ouderdomskwaal komt ook vaak voor zonder een genetische aanleiding. De regel is: hoe vroeger de ziekte opduikt, hoe groter de kans dat ze genetisch bepaald is. Denk aan Alzheimer: de ziekte komt meestal voor bij 65-plussers. Als jongere mensen door de ziekte getroffen worden, gaat het vrijwel altijd om de erfelijke variant.
Bijna alles wat je doet laat sporen na. Zeker wat je digitaal doet: je zoekgeschiedenis, betalingen, communicatie, foto’s, … het wordt allemaal opgeslagen. Je e-mailadres staat in talloze databases en je bent traceerbaar via je smartphone. Ook gegevens over je lichaam en gezondheid worden opgeslagen. Een doktersbezoek, nieuwe bril, bloedafname, scan, …. Er worden meer gegevens van ons bewaard dan wij beseffen.
Ook genetische informatie wordt verzameld en bijgehouden. Soms op vraag van de overheid. Zoals de hielprik, waarmee men elke pasgeborene test op enkele erfelijke aandoeningen. Soms door commerciële bedrijven. Je kunt bijvoorbeeld een genetische test online bestellen. Bedrijven verzamelen zo informatie die kan worden doorverkocht. Ook verzekeraars zijn geïnteresseerd, je genetische informatie zegt mogelijk iets over je levensverwachting. Of werkgevers, om mensen aan te werven. Je genetische code is een kostbare schat aan informatie. Wie mag erover beschikken en waarvoor?
DNA-onderzoek bij het oplossen van misdrijven bestaat al even. Wanneer de politie op de plaats van het misdrijf DNA vindt dat overeenkomt met het DNA van een verdachte heeft men mogelijk een bewijs.
Om DNA te kunnen vergelijken, moet men natuurlijk eerst een verdachte hebben. Daarom gaan er stemmen op om van iedereen DNA te verzamelen, zo weet men van elk DNA-spoor snel van wie het is. Willen we dat? Als de overheid het DNA van iedereen bewaart in een databank, bestaat er dan kans op misbruik? En is dit een inbreuk op onze privacy?
Een gelijkaardige discussie bestaat over het bloedonderzoek bij pasgeborenen. In veel landen worden pasgeborenen met een hiel- of handprik getest op erfelijke aandoeningen. In België worden de genetische kaartjes na vijf jaar vernietigd, de resultaten blijven bewaard. Enerzijds zijn deze gegevens heel interessant voor onderzoek, anderzijds bestaan ook hier risico’s.
Waar ligt het evenwicht tussen het belang van het individu en het belang van de samenleving?
Al sinds mensenheugenis bestaat de droom om mensen te verbeteren. Eind 19de eeuw introduceerde Francis Galton de ‘eugenetica’, de wetenschap om het mensenras te verbeteren op basis van de nieuwste wetenschappelijke inzichten.
Deze wetenschap werd voor het eerst op grote schaal toegepast in Amerika, Nazi-Duitsland en vele andere landen met verplichte sterilisaties en abortussen, verplichte huwelijken, rassendiscriminatie en genocide. De toepassingen van eugenetica waren toen zo immoreel, discriminerend en mensonterend, dat het een heel negatief begrip werd.
Door de recente doorbraken in de genetica is de droom tot mensverbetering terug tot leven gekomen. Door genetische tests voor de zwangerschap kan men voorkomen dat kinderen met een aandoening geboren worden. Zwangere vrouwen kunnen bijvoorbeeld hun ongeboren kind laten testen op het syndroom van Down, om daarna al dan niet hun zwangerschap af te breken. Dit is eugenetica, want hiermee neemt het aantal mensen met dit syndroom af.
De wereld morgen. Wat mogen we verwachten van de genetica?
De genetica kwam in een stroomversnelling sinds het volledige menselijke genoom in kaart werd gebracht (2003). De technologie om onze genen te ‘lezen’ wordt steeds krachtiger. Een genoom in kaart brengen kan daardoor alsmaar sneller en goedkoper.
De vooruitgang in de genetica opent nieuwe mogelijkheden:
Mag alles wat kan? Uiterlijke kenmerken aanpassen is bijvoorbeeld mogelijk met de CRISPR-techniek, maar ook wenselijk?