Over de plaats van apps in de zorgketen.
Apps vervangen de arts of zorgverlener niet, ze zijn een aanvulling op de zorg. Maar hoe zet je die aanvulling optimaal in?
Onder meer door gezondheidsapps beschikken we over ontzettend veel gezondheidsgegevens. Al die gegevens samen bieden grote mogelijkheden. Verwacht wordt dat het op een dag eenvoudiger en correcter zal zijn om een diagnose te stellen via miljoenen gegevens en het juiste algoritme, dan via een arts. Toch zullen zorgverstrekkers altijd nodig zijn. Zij zijn immers geschoold om de informatie te interpreteren en te communiceren naar de patiënt.
Het is ontzettend belangrijk dat iemand de patiënt kan helpen bij de vertaalslag die hij moet maken uit zijn data en de adviezen van de app. Wat betekent dat concreet voor hem of haar? Een arts kan zeggen welke signalen belangrijk zijn en wanneer men zich echt zorgen moet maken. Vergelijk het met de interpretatie van labo-waarden vandaag: je kan als leek de waarden wel aflezen, maar een vertaalslag door een professional is nodig.
Een arts kan niet continu de gegevens van een patiënt opvolgen en 24/7 paraat staan om te reageren als er iets niet pluis is. Bovendien genereren niet alle apps noodsignalen, sommige registreren louter passief gegevens. Daarbij komt dat niet alle patiënten even trouw hun apps gebruiken.
Arts, app en patiënt hebben een aandeel in de verantwoordelijkheid voor een geslaagd gebruik van de technologie. Wil men goede zorg waarborgen, dan moet er duidelijkheid komen over wat men mag verwachten van de app, van de arts/zorgverstrekker en van de patiënt.
“De app samen met je arts, dat is een hele goede combo. Soms is de app al betrouwbaarder dan de arts omdat de app over meer gegevens beschikt en beter kan vergelijken. Maar verbondenheid en menselijk contact kan je niet vervangen door een app. De combinatie van techniek en menselijkheid is het beste. Maar hebben artsen voldoende kennis en ervaring met gezondheidsapps?“
Arts en patiënt kunnen bij gezondheidsproblemen samen bespreken wat de mogelijkheden zijn en wat de patiënt dan verkiest: die dialoog is onmisbaar voor goede zorg. De app kan advies aanleveren binnen de perken van wat hij van de patiënt meet. Maar een app kan tot op vandaag een arts of zorgverlener niet vervangen. Hoe slim een app ook ontwikkeld is, hij kan nooit een vertrouwensband met een arts of zorgverlener vervangen.
Gezondheidsapps zijn makkelijk en discreet inzetbaar, breed beschikbaar en geven de mogelijkheid om laagdrempelige zorg te bieden. Maar er komen nieuwe doorschakelmodaliteiten bij kijken. Stel, een app voor suïcidepreventie. De app geeft weer of iemand suïcidale neigingen heeft – dat is al een vorm van diagnose. Hij kan dan melden dat de persoon best hulp opzoekt, maar wordt dat advies dan opgevolgd? Staat er iemand daadwerkelijk klaar om die persoon op te vangen? Om hierop antwoord te bieden, hebben we nood aan een gezondheidszorg waarin de plaats van de app in de zorgketen scherp gesteld is.
“Vaak staan apps op zichzelf zonder geïntegreerd te zijn in het geheel van zorg voor een patiënt.“
Niet alleen gebruikers worden overvallen door de veelheid aan apps, dat geldt ook voor artsen en zorgverleners. Ook zij zoeken naar een manier om nieuwe technologie zo goed mogelijk in te zetten. De impact van gezondheidsapps op hun praktijk verdient aandacht. Als we kwalitatieve zorg willen blijven garanderen, moeten we ook evalueren wat de impact van apps op de zorgberoepen is. Hoe vervangbaar zijn bepaalde zorgtaken en zijn bepaalde beroepen met uitsterven bedreigd? Welke nieuwe competenties zijn er nodig, zoals het interpreteren van AI-geïnduceerde adviezen. Misschien komen daar nieuwe beroepen bij kijken, zoals de bio-informaticus. Het gaat ook om onze meerwaarde als mens ten opzichte van digitale systemen: empathie, communicatie van mens tot mens, ervaring en belevingsvermogen, …
In kaart brengen en opvolgen van de opleidingsnoden bij zorgverstrekkers met betrekking tot de medische en juridische aspecten, de invloed op de patiëntrelatie en -communicatie.
De Maakbare Mens stelt voor om volgende componenten op te nemen in een meerjarenplan voor de verantwoorde inzet van gezondheidsapps in de zorgketen:
Beleidsaanbevelingen #3 |
3.1 | Steun aan beroepsorganisaties bij het uitwerken van richtlijnen over goed gebruik van gezondheidsapps als aanvulling in de zorg en evaluatie van de goede implementering ervan als onderdeel van kwalitatieve zorgverstrekking, onder bijvoorbeeld de bevoegdheid van het Vlaams Instituut voor Kwaliteit van Zorg. Daarbij moet er voldoende aandacht gaan naar (a) de doorschakelproblematiek, (b) naar correcte afsprakenkaders tussen zorgverstrekkers, patiënten en app-leveranciers en (c) naar vertaling van data en adviezen door de zorgverstrekkers en op maat van de patiënt. |
3.2 | In kaart brengen en opvolgen van de opleidingsnoden bij zorgverstrekkers met betrekking tot de medische en juridische aspecten, de invloed op de patiëntrelatie en -communicatie. |