Net als taal is het gebruik van technologie een fundamenteel kenmerk van ons mens-zijn. Van de eerste eenvoudige hulpmiddelen die de oermens gebruikte tot de digitale snufjes van vandaag, de mens heeft technologie altijd ingeschakeld om kennis en vaardigheden te verbeteren. Of anders gesteld, om het leven makkelijker te maken. Het gebruik van technologie is dermate geïntegreerd in ons dagelijks leven dat we niet zo vaak stilstaan bij de impact die het op ons heeft.
Technologie beïnvloedt onze morele keuzes
Nochtans is technologie niet neutraal: het bepaalt niet alleen welke technische mogelijkheden we hebben, maar beïnvloedt ook de morele keuzes die we maken. Dit geldt evenzeer voor digitale apps. Het lijkt een vreemde veronderstelling dat technologie mee onze morele keuzes bepaalt, maar een voorbeeld kan dit duidelijker maken.
Stel je voor dat je je alleenwonende grootvader een armband geeft die via een app doorstuurt waar hij zich bevindt op elk moment van de dag. Enerzijds kan zulk een monitoringsysteem bijdragen aan de veiligheid van en zorg voor je grootvader, en kan het bezorgdheid wegnemen bij familieleden en andere mantelzorgers. Anderzijds levert je grootvader daarvoor een stuk privacy in en moet worden afgewogen in hoeverre dat opweegt tegen de voordelen. Bovendien rijst de vraag in hoeverre hijzelf autonoom kan kiezen om het systeem al dan niet te gebruiken: in veel gevallen wordt het gebruik ervan een voorwaarde om nog alleen thuis te blijven wonen. Tot slot kan het gebruik van zulk een app ook onverwachte effecten hebben op sociale interacties. Ga je misschien minder vaak langs bij je grootvader, als je via de app kan zien dat alles in orde is en dus gerustgesteld bent?
Hoe zetten we apps in voor een betere gezondheid
Digitale gezondheidsapps hebben in elk geval het potentieel om bij te dragen aan een betere gezondheid. De centrale vraag hierbij is hoe we de technologie kunnen inzetten om dat doel te bereiken en om ongewenste effecten te vermijden. Er blijven momenteel nog heel wat ethische en filosofische uitdagingen bij het gebruik van digitale gezondheidsapps onbeantwoord – vragen waar best zowel programmeurs, zorgverleners, patiënten, ethici als mantelzorgers bij betrokken worden om tot een degelijk onderbouwde eindconclusie te komen.
Apps kunnen de kloof tussen rijk en arm vergroten
Momenteel worden gezondheidsapp voornamelijk gebruikt door de ‘worried well’: gezonde, welgestelde mensen die desondanks erg bezorgd zijn over hun gezondheid en dus fel bezig met nog gezonder worden of gezond blijven. Dit betekent echter ook dat de groep mensen die misschien wel het meeste baat zou kunnen hebben bij het gebruik van gezondheidsapps nu het minst vaak wordt bereikt.
Hier zit een potentieel risico: apps kunnen de reeds bestaande digitale kloof en gezondheidskloof tussen rijk en arm net vergroten in plaats van verkleinen. Om dit te vermijden, kan het nuttig zijn om gezondheidsapps specifiek aan te passen aan de noden van meer kwetsbare groepen. Hier wordt nu nog te weinig op ingezet, ondanks het feit dat er heel wat technologie voorhanden is om dit te realiseren. Spraaktechnologie zoals Siri en Alexa bijvoorbeeld, zou de drempel bij ouderen die niet gewend zijn om met digitale technologie om te gaan, kunnen verkleinen.
Impact op de arts-patiëntrelatie
Daarnaast kan het gebruik van gezondheidsapps een belangrijke impact hebben op de arts-patiëntrelatie. Patiënten die gebruik maken van zulke apps zullen waarschijnlijk beter uitgerust zijn om zelf hun gezondheid of chronische aandoening op te volgen. Dit kan echter ook een grote verantwoordelijkheid bij de patiënt plaatsen, zeker als de verwachting groeit dat patiënten dit meer en meer zelf gaan doen. Het riskeert ongerustheid en angst te creëren bij sommige patiënten – een gepersonaliseerde aanpak wordt onontbeerlijk om dit te vermijden. Een andere mogelijke oplossing is om apps in de achtergrond te laten meten, zodat patiënten niet geconfronteerd worden met een constante stroom aan data. Hier rijzen dan weer vragen rond zelfbeschikking en geïnformeerde toestemming.
Het is belangrijk dat je als patiënt goed begrijpt welke data er wordt verzameld. Dit blijft trouwens in het huidige app gebruik (waar de dataverwerking meestal in handen ligt van de ontwikkelaar) evenzeer een pijnpunt. Voor artsen wordt het correct interpreteren van alle aangeleverde data een grote uitdaging. Als die informatie mee dient om therapeutische beslissingen op te baseren, is die interpretatie zeer belangrijk. Stel dat een patiënte haar hartritmemonitor uitleent aan haar moeder, die een ritmestoornis heeft: hoe kan je dit weten? Of de bloeddruk van een patiënt gaat al een maand de hoogte in, maar dit wordt veroorzaakt door stress op het werk: hoe kan je dit weten? Deze voorbeelden tonen aan dat inzicht in de context van de verzamelde data essentieel is voor een correcte interpretatie.
Het wordt dus nog even zoeken hoe het gebruik van gezondheidsapps kan bijdragen aan een betere gezondheid voor iedereen, op een ethisch verantwoorde manier. Die zoektocht kan wel helpen om de ontwikkeling van gezondheidsapps in de goede richting te duwen.