Wie zich wil registreren als orgaandonor, krijgt 4 vragen:
Wil je organen doneren voor transplantatie bij patiënten?
Vb: een nier doneren aan wie aan nierfalen lijdt, of een lever voor wie leverkanker had.
Wil je lichaamsmateriaal doneren voor transplantatie bij patiënten?>
Vb: huid doneren aan wie brandwonden heeft, of hoornvlies aan mensen met een visuele beperking,…
Wil je lichaamsmateriaal doneren voor wetenschappelijk onderzoek naar geneesmiddelen?
Vb: de zoektocht naar geneesmiddelen en behandelingen tegen de ziekte van Alzheimer en bepaalde kankers.
Wil je lichaamsmateriaal doneren voor geneeskundig onderzoek?
Vb: door een tumor uit een zieke lever te verwijderen om de oorzaken van een ziekte beter te identificeren en te zoeken naar nieuwe behandelingen.
Elke vraag staat los van de andere, je kan voor elke vraag apart beslissen of je instemt of weigert.
Je wens rond orgaandonatie (zowel instemming als weigering) registreren kan op 3 plaatsen:
In het gemeentehuis van je woonplaats
Bij de dienst burgerzaken vul je een formulier in. De ambtenaar zorgt ervoor dat jouw wens in het centraal register terecht komt. Vaak krijg je een afschrift of bevestiging mee naar huis.
Online-registratie
Dat is mogelijk via het platform mijngezondheid.be. In dat geval hoef je niet naar het gemeentehuis. Online aanmelden kan met een elektronische id-lezer of via itsme. Wie een itsme-account wil aanmaken heeft ook een kaartlezer nodig.
Ook via je huisarts
Hij heeft toegang tot het centraal register en kan jouw wens registreren.
Welke manier je ook kiest, je houdt best je identiteitskaart in de buurt.
Online registratie verloopt via het platform mijngezondheid.be.
De onlineprocedure vraagt wel een elektronische ID-lezer.
Hou ook zeker je identiteitskaart bij de hand.
Heb je geen kaartlezer? Dan kan je je ook laten registreren in het gemeentehuis of bij je huisarts.
Ja, je kan op elk moment registreren of weigeren en je kan ook op elk moment je mening herzien.
Dat kan op dezelfde manier als een eerste registratie:
– in het gemeentehuis van je woonplaats
– bij je huisarts
– online via mijngezondheid.be
De Belgische wet gaat ervan uit dat iedereen kandidaat-orgaandonor is. Wie geen orgaandonor wil zijn, moet actie ondernemen en verzet registreren. Wie zich niet verzet heeft, stemt in principe toe. Toch kan een officiële registratie heel handig zijn.
Bij een overlijden checkt men altijd eerst of er een registratie is. Het is voor de transplantatiecoördinator de snelste en duidelijkste manier om jouw wens te kennen.
Als er geen registratie is, zal men bij je familie vragen of zij je wens kennen. Wel registreren bespaart je familie dus mogelijk een moeilijk en emotioneel gesprek.
Als er een registratie is, wordt die nageleefd. Ze gaat voor op wat je familie denkt te weten over jouw wens.
Wie de touwtjes dus graag zelf in handen houdt en zeker wil zijn, kan best registreren.
Ja, in het bijzijn van een ouder of voogd kan ook een minderjarige zijn of haar wens laten registreren.
Er is geen wettelijke minimumleeftijd maar de geregistreerde moet wel in staat zijn zijn weloverwogen wil uit te drukken.
Registratie door minderjarigen gebeurt niet zo vaak. Bij overlijden zal men dan de ouders aanspreken wanneer men de mogelijkheid van orgaandonatie wil voorleggen.
Toch kan ook hier registratie handig zijn. Al was het maar alleen omdat je er dan over gepraat moet hebben. Het is en blijft ook de snelste en duidelijkste manier van instemmen.
Een donorkaartje ter grootte van je identiteitskaart vind je in de infobrochure van De Maakbare Mens.
Sommigen bewaren het afschrift dat ze kregen bij hun registratie bij hun identiteitskaart.
Je kan ook zelf een kaartje maken.
Het hoeft ook geen kaartje te zijn, een kort briefje of een post-it in je portefeuille gelden even goed.
Ook als je niet wil doneren, zijn er enkele dingen die je kan doen om er zeker van te zijn dat je weigering gerespecteerd wordt na je dood.
• Je kan je weigering registreren in het centraal register. Dat is eigenlijk de meest duidelijke manier. Men zal altijd dat register consulteren voor men tot donatie overgaat.
• Je kan best je naaste familie inlichten. Mocht hen ooit gevraagd worden of ze jouw wens kennen, dan kunnen zij je standpunt vertolken.
In België kan je niet vrijwillig organen doneren aan willekeurige onbekenden die daar nood aan hebben.
Levende donoren melden zich niet op eigen initiatief, ze worden gevraagd om donortesten te doen als ze daarmee iemand concreet helpen. Vaak gaat het dan om een familielid of een vriend.
Wie levende donor wil zijn, meldt zich aan waar de ontvanger in behandeling is.
Organen die je kan doneren zijn:
• lever
• longen
• hart
• nieren
• alvleesklier en
• dunne darm
Welke organen je uiteindelijk zal doneren, hangt af van de kwaliteit en is moeilijk te voorspellen. Bijvoorbeeld: misschien komt je hart niet meer in aanmerking voor donatie, maar je 2 nieren nog wel.
Meerdere organen donoren is vaak mogelijk.
Soms redt 1 donor maar liefst 8 mensenlevens.
Je kan niet zelf aangeven welke organen je wel en welke je niet wil doneren. Men kijkt bij elke donor na welke organen men kan gebruiken.
Weefsels die je kan doneren zijn:
• hoornvliezen,
• gehoorbeentjes,
• hartkleppen,
• huid,
• bot- en peesweefsel,
• kraakbeen en
• bloedvaten.
Weefsels kunnen tot 24 uur na overlijden worden uitgenomen. Anders dan organen, kunnen ze ook bewaard worden. Bijvoorbeeld: hoornvlies kan men tot vier weken na wegname gebruiken.
Orgaandonatie verloopt anoniem, dat is wettelijk verplicht.
Dat betekent dat je familie niet kan achterhalen wie jouw organen kreeg. Omgekeerd kan de ontvanger jouw familie niet opsporen.
Via het ziekenhuis kunnen nabestaanden van de donor wel te weten komen hoe het gaat met de patiënten die een orgaan hebben gekregen. En kan de ontvanger ook een anonieme brief laten bezorgen aan de nabestaanden om hen te bedanken.
Donororganen komen terecht bij mensen die op een wachtlijst staan. Het enige wat alle wachtenden met elkaar delen, is dat ze lijden aan een ernstige ziekte en/of orgaanfalen. Ze hebben ernstige medische problemen, vaak zelfs levensbedreigend. Denk maar aan acuut nierfalen, hepatitis C of leverkanker, of mucoviscidose.
Wie een orgaan krijgt, wordt bepaald door Eurotransplant op basis van medische en andere objectieve criteria. Die criteria zijn zodanig opgesteld dat ze toelaten om zo veel mogelijk mensen te redden.
Nee, organen wegnemen gebeurt heel snel. Dat moet ook, de tijdsdruk is immers hoog. Het is een kwestie van hooguit een paar uur.
Zo gauw de wegname gebeurd is, kan het lichaam opgebaard en begroet worden.
De uitvaart kan volgens de wensen van de nabestaanden doorgaan.
Als je tijdens je leven je wens geregistreerd hebt, voert men die uit. Je familie wordt dan uiteraard wel ingelicht maar niet om hun mening gevraagd.
Is er geen registratie?
Dan zal men bij je familie polsen of zij jouw wens kennen. Misschien heb je er met hen over gepraat of kennen ze jouw wens. In dat geval kunnen ze jouw mening vertolken.
Hebben ook zij geen flauw idee wat je zou gewild hebben?
Dan ben je in principe donor omdat onze wet uitgaat van een veronderstelde toestemming. Men zal daarover met jouw familie praten.
Het is vaak een emotioneel beladen moment en niet zo eenvoudig voor je familie.
Alleen al om je familie te sparen is het een goed idee om je wens bij leven kenbaar te maken. Dat kan via een gesprek met je familie, een geschreven verklaring, of via een registratie.
Op het moment dat je kandidaat-donor bent, is er sprake van een overlijden. Dat is natuurlijk een emotioneel zwaar moment voor diegenen die het dichtst bij je staan.
Toch maakt het feit dat je orgaandonor bent het niet persé zwaarder voor hen.
Veel nabestaanden vinden het net troostend dat hun overledene op die manier nog andere levens kan redden.
Vooral als de familie op voorhand weet dat het de uitdrukkelijke wens was van de donor, is het vaak een punt van hoop in de zee van verdriet. Daarom is het een goed idee om hoe dan ook eens met je familie over orgaandonatie te praten.
Het klopt dat de weefseltypes van familieleden vaak meer op elkaar lijken dan bij willekeurige mensen.
Bij leven doneren kan echter alleen voor een nier of een stuk van de lever.
Alle andere organen zijn levensnoodzakelijk en kunnen dus zelfs niet door familieleden worden afgestaan.
De kennis over weefseltypering en medicatie die afstoting voorkomt, is echter groot.
Ook organen van iemand die geen familie is, kunnen perfect werken.