Ik heb jarenlang problemen gehad doordat mijn nieren niet goed werkten. Ze werkten maar voor 30%. Ik had daardoor allerlei klachten, ik zag altijd bleek, had voortdurend koud, moest medicatie nemen met een heleboel bijwerkingen en er was veel onzekerheid over mijn gezondheid. Daar kwamen ook nog andere zorgen en problemen bij in verband met mijn werk en relatie. Het was een hele moeilijke periode.
Mijn nieren werkten eigenlijk niet meer en daarom moest mijn bloed worden gezuiverd door een kunstnier. Drie keer per week moest ik een paar uur naar het ziekenhuis.
Op een bepaald moment moest ik naar de dialyse. Dat is ook heel zwaar. Mijn nieren werkten eigenlijk niet meer en daarom moest mijn bloed worden gezuiverd door een kunstnier. Drie keer per week moest ik een paar uur naar het ziekenhuis. In het begin altijd ’s ochtends voor een dag-dialyse, elke keer vier uren. Via een naald wordt het bloed uit je lichaam getrokken, het gaat naar de kunstnier waar het wordt gezuiverd en via een andere naald komt het bloed weer in je lichaam. Maar dat is elke keer een aanslag op je lichaam. Later ben ik kunnen overschakelen op nachtdialyse, die duurt langer maar gebeurt terwijl je slaapt. De nachtdialyse is ook iets minder belastend voor je lichaam.
Na zeven maanden dialyse kreeg ik een verlossend telefoontje van de transplantatiecoördinator van het UZ Gent. Het was 23u. ’s avonds en ze zeiden dat ze een donornier voor mij hadden. Dat is een heel dubbel gevoel. Aan de ene kant was ik heel blij, maar aan de andere kant ook bang. Er komen een heleboel vragen op je af. Wat gaat er gebeuren met mij? Gaat die nieuwe nier aanslaan? Ga ik nadien terug normaal kunnen functioneren?
Ik zie de dag van mijn transplantatie als een tweede verjaardag. De dag waarop mijn tweede leven begon.
Ik zie de dag van mijn transplantatie als een tweede verjaardag. De dag waarop mijn tweede leven begon. Een nieuw, een ander leven. Dat heeft een hele grote verandering voor mij teweeggebracht. Ik mocht terug eten wat ik wilde, drinken wat ik wilde. Ervoor was dat een streng dieet. Ik kon terug normaal ademen, ik had terug zuurstof. Ik kon een heleboel dingen doen die ik de elf jaren ervoor niet meer had gekund. Echt een tweede leven.
Mijn herstel na de operatie is heel vlot verlopen. Na zeven dagen mocht ik al naar huis terwijl dat voor veel andere mensen pas na twaalf of veertien dagen is. Ik had dus geluk. Ik denk dat het te maken heeft met het feit dat ik vroeger altijd heel veel gesport heb. Zelfs tijdens mijn dialyseperiode probeerde ik nog te sporten, wel op een laag niveau.
De bedoeling is om mensen die een transplantatie ondergingen aan te moedigen om te bewegen, om te sporten. En om te tonen dat we dat terug kunnen, om dus te tonen wat een transplantatie, wat orgaandonatie kan doen.
Tijdens de dialyse leerde ik twee lotgenoten kennen, dat zijn goeie vrienden geworden. Zij moedigden me aan om lid te worden van Transplantoux. Die vereniging is opgericht door prof. Monballiu van UZ Leuven. Het begon allemaal door een patiënt die vertelde dat hij de Mont Ventoux wilde beklimmen. Ze hebben dat georganiseerd en omdat het zo goed gelukt was, blijven ze dat doen. Elke twee jaar gaan we dus met een grote groep van getransplanteerden, artsen, verplegers en familieleden naar de streek van de Mont Ventoux. En we beklimmen de berg. Met de fiets, wandelend, het maakt niet uit. Je wordt voorbereid en begeleid, vooraf en onderweg. De bedoeling is om mensen die een transplantatie ondergingen aan te moedigen om te bewegen, om te sporten. En om te tonen dat we dat terug kunnen, om dus te tonen wat een transplantatie, wat orgaandonatie kan doen.
Het is een ongelofelijk gevoel als je boven komt, echt euforie omdat je die berg overwonnen hebt maar ook een enorme dankbaarheid voor de donor.
Het is een ongelofelijk gevoel als je boven komt, echt euforie omdat je die berg overwonnen hebt maar ook een enorme dankbaarheid voor de donor. Dankzij de donor ben je daar. Ik ben me daar zeer van bewust en ik ben hem en zijn familie heel dankbaar.
Ik weet dat mijn donor een man is, meer weet ik niet en mag je ook niet weten. Maar die man kan dus tot 8 mensenlevens hebben gered. Er zijn verschillende organen die je kunt doneren: een hart, de longen, twee nieren, een pancreas, de lever die men in twee kan splitsen. Dat is ongelofelijk.
Daarom pleit ik er ook voor dat iedereen daar eens over nadenkt, om te overwegen om bij zijn overlijden zijn organen te doneren. De kans is veel groter dat je ooit zelf een orgaan nodig hebt.
Het is dus belangrijk dat mensen erover nadenken en zich eventueel als orgaandonor registreren bij de stad of gemeente waar ze wonen.