Lia en Erick verloren in 2000 hun achtjarige dochtertje Kelly. Ze stemden in met orgaandonatie, omdat ze er zeker van waren dat Kelly andere kinderen zou willen helpen. Dit is hun verhaal:
Kelly was op een zondag aan het spelen in huis. Het huis was onlangs verbouwd, waardoor we een extra slaapkamer en trap hadden gekregen. Ze liep rond met een speelgoedpistooltje en iedereen die ze tegenkwam, moest zijn armen omhoog doen. Ze ging via de ene trap naar boven om met haar oudste zus te spelen. Kim had daar helemaal geen zin in. Ze was huiswerk aan het maken en stuurde Kelly weg. Daarna liep Kelly naar haar andere zus Laura toe. Terwijl ze al op de trap ging staan, draaide ze zich om en zei tegen Laura: “Armen omhoog…”. Maar voor Kelly “of ik schiet” kon zeggen, verloor ze haar evenwicht en viel.
Ik vroeg haar waar ze pijn had, maar ze antwoordde niet.
Kelly is van de tweede trede van boven in een keer naar beneden gevallen. Ze kwam heel hard met haar hoofd op de grond terecht. We hoorden Kelly huilen en liepen er onmiddellijk naartoe. Ik vroeg haar waar ze pijn had, maar ze antwoordde niet. Ik zei nog tegen haar: “Kelly, als je niet zegt waar het pijn doet, kan ik je ook niet helpen.”. Ik was me er toen niet van bewust dat de situatie zo ernstig was. Zoiets verwacht je niet. Iedereen valt wel eens van de trap, maar zo…
Nadat Kelly was gevallen, probeerde ze haar hand naar haar hoofd te brengen. Een paar ongecontroleerde bewegingen volgden en daarna niets meer. Haar pupillen werden groot en ze kreeg braakneigingen. Op dat moment zag ik wel dat het ernstig was, maar ik dacht aan een zware hersenschudding. In allerijl werd de buurvrouw opgebeld. Zij werkt op de afdeling intensieve zorgen van een ziekenhuis. Zodra zij Kelly zag, werd duidelijk dat het niet goed was. Kelly moest zo snel mogelijk naar het ziekenhuis.
Ik heb zelf gereden, de buurvrouw achterin met Kelly op schoot. Verstand op nul en zo hard als maar kon naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Onderweg werd de ademhaling van Kelly steeds zwakker.
Mevrouw, dit is het ergste wat een mens kan overkomen. Bereid u voor op het ergste
In het ziekenhuis moest zo snel mogelijk een hersenscan gemaakt worden om vast te stellen of er hersenletsel was opgetreden. Nog voor ze het kamertje van de scanner ingingen, zei de hersenchirurg tegen mij: “Mevrouw, dit is het ergste wat een mens kan overkomen. Bereid u voor op het ergste”.
We moesten afscheid van haar nemen omdat ze het waarschijnlijk niet zou overleven. Je wereld stort dan in, dit kan niet, dit mag niet.
Na de hersenscan is Kelly direct geopereerd om de druk in haar hersenen te verminderen. Na een operatie van vier uur kwam een chirurg met ons praten. Hij vertelde ons dat de druk in haar hersenen zo groot was dat de hersenstam beschadigd was. We moesten afscheid van haar nemen omdat ze het waarschijnlijk niet zou overleven. Je wereld stort dan in, dit kan niet, dit mag niet.
De volgende dag vertelde de chirurg dat Kelly hersendood was en vroeg of ze haar organen mochten uitnemen.
De eerste paar uur na de operatie ging de hartslag van Kelly nog omhoog als we iets tegen haar zeiden, maar later was er helemaal geen reactie meer. Er zijn daarna nog heel veel testen uitgevoerd om te kijken of ze nog ergens op reageerde, maar het mocht niet zijn. De volgende dag vertelde de chirurg dat Kelly hersendood was en vroeg of ze haar organen mochten uitnemen.
Toen de vraag dan kwam, was het voor mijn man ook vanzelfsprekend dat Kelly dit zelf gewild zou hebben. Zo was ze gewoon.
Ik had daar gedurende de nacht al aan gedacht. Dat klinkt misschien vreemd, maar ik wist dat ze niet meer bij ons mocht blijven. Ik had die gedachte omdat Kelly altijd een kind was dat iedereen wou helpen. Ik was er zeker van dat ze dat nu nog zou willen, andere kinderen helpen. Ik heb dat toen nog niet tegen mijn man durven zeggen. Ik dacht dat hij dan zou denken dat ik haar al opgegeven had, terwijl ze er nog was. Toen de vraag dan kwam, was het voor mijn man ook vanzelfsprekend dat Kelly dit zelf gewild zou hebben. Zo was ze gewoon. Ik heb alleen één voorwaarde gesteld. Ik wilde haar nog voor de procedure begon op mijn schoot om echt afscheid te kunnen nemen. Dat hebben ze allemaal geregeld.
De daaropvolgende nacht werd Kelly opgehaald voor de operatie om de organen weg te nemen. We zijn al die tijd in het ziekenhuis gebleven totdat ze terugkwam. Je weet wel dat ze dan niet meer leeft, maar dan wordt het ineens echt. Je ziet dan ook dat ze echt dood is. Ik ben nog bij haar op bed gaan liggen en heb haar haren nog mooi gekamd.
Na het overlijden van Kelly bleven we achter met onbeantwoorde vragen over de donatieprocedure. We zochten een aantal keren contact met de transplantatiecoördinator en tijdens deze gesprekken werd het idee geboren dat er een vorm van nazorg voor nabestaanden georganiseerd zou moeten worden. In overleg met de transplantatiecoördinatoren werd een plan gemaakt en een bijeenkomst voor nabestaanden georganiseerd. Het werd duidelijk dat er wel degelijk een behoefte was aan nazorg. De coördinator had niet verwacht dat er zoveel reacties gingen komen. Iedereen die hij aangeschreven had, was aanwezig.
NAVADO zet zich in voor nabestaanden van donoren door nazorg te bieden in de vorm van opvang en begeleiding van lotgenoten, het geven van informatie en het in contact brengen van nabestaanden met de transplantatiecoördinator.
Naar aanleiding van deze bijeenkomst werden met andere nabestaanden de eerste plannen gemaakt voor de oprichting van NAVADO, nabestaanden van donoren. NAVADO zet zich in voor nabestaanden van donoren door nazorg te bieden in de vorm van opvang en begeleiding van lotgenoten, het geven van informatie en het in contact brengen van nabestaanden met de transplantatiecoördinator. Er bestaat soms drempelvrees bij nabestaanden om zelf contact te zoeken met de transplantatiecoördinator. Voor mensen die behoefte hebben aan een gesprek moet gratis en 24 uur per dag een speciale telefoonlijn bereikbaar zijn om nabestaanden te steunen, maar ook voor mensen die geconfronteerd worden met de donorvraag. Al met al staat NAVADO voor nazorg voor en door nabestaanden.
Met dank aan Lia en Erick voor het delen van hun verhaal.