Iedereen heeft wel eens de neiging om na een korte nacht, of in het weekend langer in bed te blijven om slaap ‘in te halen’. We denken er goed aan te doen, maar eigenlijk werkt slaap inhalen niet. De ene nacht nauwelijks slapen en de volgende nacht heel lang, verstoort ons slaapritme en heeft daardoor weinig zin.
Een vast slaappatroon waarbij je elke dag op ongeveer hetzelfde moment gaat slapen en op hetzelfde moment opstaat, is het best. Op die manier kan je lichaam zich volledig instellen volgens dat ritme. Je zal beter inslapen, makkelijker ontwaken en je beter voelen.
Sta je op verschillende uren op, dan moet je lichaam steeds een nieuw dagritme bepalen. Het tijdstip van de afgifte van cortisol verandert daarbij en dat kost energie. Vooral op hetzelfde tijdstip opstaan is belangrijk. Dit tijdstip bepaalt hoe de interne klok voor de komende 24 uur wordt geprogrammeerd. Dat verklaart ook waarom mensen zich op maandag en dinsdag doorgaans minder fit voelen nadat ze in het weekend nochtans hebben uitgeslapen.
Als je langer uitslaapt of vroeger gaat slapen is de kans ook groot dat je langer wakker ligt in bed. Je zal dan niet het gevoel hebben dat je goed hebt geslapen. Integendeel, door wakker te liggen zal je eerder het gevoel krijgen dat je een beroerde nacht achter de rug hebt. Ga na een korte nacht dus op je normale tijdstip slapen of wanneer je slaperig wordt. Als de vorige nacht kort was, zal dat misschien wat eerder zijn.
Cortisol: is een hormoon dat ons lichaam aanmaakt en dat een rol speelt bij ons slaap- en waakritme. Na het ontwaken, maken we het meeste cortisol aan. Het wordt ook wel stresshormoon genoemd, het maakt ons alert en zorgt er onder andere voor dat we honger krijgen. Gedurende de dag daalt ons cortisolniveau geleidelijk tot we in onze diepe slaap op het laagste punt zitten.