We beseffen allemaal dat ons slaappatroon als volwassene niet meer hetzelfde is dan toen we nog een baby waren. Ons slaappatroon verandert ons ganse leven door. Wat een gezonde slaap is, verschilt in functie van de leeftijd.
Algemeen kan je stellen dat mensen doorheen hun leven gaandeweg minder slaap nodig hebben.
Een oudere persoon heeft vaak genoeg aan 6 à 7 uur slaap, terwijl een baby soms tot 16 uur per dag slaapt. Ongeveer de helft van die tijd bestaat bij de baby uit droomslaap. Kinderen moeten veel leren, daardoor duurt de droomslaap bij hen langer dan bij volwassenen. Bij een schoolkind is dat nog ongeveer een derde van de totale slaaptijd die 10 tot 13 uur bedraagt. Vanaf de tienerleeftijd zien we de slaapduur verminderen tot ongeveer 10 uur, grotendeels door een verdere afname van de droomslaap. Oudere tieners komen meestal toe met een slaap van 8 uur.
Een 33-45 jarige slaapt nog gemiddeld 7 uur, nadien neigt de slaapduur eerder naar 6 uur en vermindert de droomslaap tot ongeveer 15% van de slaap.
Op bejaarde leeftijd kan de slaap zelfs minder dan 6 uur bedragen door een verdere afname van de droomslaap en van de diepe slaap. De slaap van senioren is ook meer onderbroken. De slaapkwaliteit gaat achteruit, maar dat hoeft niet noodzakelijk voor problemen te zorgen. Soms helpt het al te weten dat het normaal is dat je slaappatroon anders is dan toen je nog jonger was. Senioren hebben ’s avonds en ’s nachts soms eerder last van angst en eenzaamheid dan van het niet-slapen op zich. Toch wordt er heel wat slaapmedicatie voorgeschreven aan senioren.