“Het hangt er sterk vanaf over welke stamcellen je het hebt: adulte stamceltherapieën worden al jaren toegepast. Het bekendste voorbeeld hierbij zijn leukemiepatiënten die stamceltransplantaties ondergaan om hun defecte bloedcellen aan te vullen met nieuwe, functionerende bloedcellen. De eerste succesvolle klinische studie met embryonale stamcellen is eigenlijk nu nog maar pas gevoerd. Hoe dan ook hoor je er vandaag de dag minder over in de populaire media en is stamceltherapie vroeger zeker gehypet geweest. Dit betekent echter niet noodzakelijk dat er geen vooruitzichten meer zijn in het stamcelonderzoek, integendeel.”
Heidi Mertes in De Gedachtestreep, Humanistisch Verbond
Eind negentiende eeuw werden de eerste pogingen gedaan om vroege embryo’s van konijnen buiten de baarmoeder levend te houden. Niet veel later slaagde men erin om een bevruchte eicel over te brengen naar een gastmoeder. Deze experimenten werden verder uitgebreid naar het in leven houden van een bevruchte eicel in een kweekschaaltje en die laten uitgroeien tot een beginnend embryo. De deur naar embryonaal stamcelonderzoek bij dieren was vanaf dan geopend. Maar het was nog wachten tot 1998 alvorens de allereerste menselijke stamcellijn buiten het lichaam kon worden gekweekt.
Een vijftiental jaar geleden vestigden heel wat mensen met zware, ongeneesbare ziektes heel wat hoop op de toenmalige mediahype rond stamcellen. Deze cellen zouden dé oplossing vormen voor heel wat degeneratieve ziektes zoals bijvoorbeeld de ziekte van Alzheimer, ALS en Parkinson. Het is niet verbazend dat zulke beloftes de populaire media haalden en aan de basis lagen van de grote hype rond stamceltherapieën. 20 jaar later lijkt de ophef wat te zijn gaan liggen, maar dit laat patiënten die hun hoop hadden gevestigd op stamceltherapieën met heel wat vragen achter.
Terugkijkend op de afgelopen 15-20 jaar heerst er een gevoel dat het onderzoek naar stamcellen moeizaam en minder vlot verloopt dan eerst werd gedacht of gehoopt. De vraag is natuurlijk waarom er zo’n schijnbare rem zit op het onderzoek: zijn er dan geen vorderingen gemaakt op het vlak van stamceltherapieën? Is er veel oppositie tegen het onderzoek? Of beseffen we gewoon niet dat er wel degelijk al veel stamceltherapieën beschikbaar zijn?
Een voorbeeldje: in Japan werd ongeveer 10 jaar geleden een succesvolle stamceltherapie toegepast waarbij pigmentcellen in de ogen van twee slechtziende patiënten werden vervangen door stamcellen van een donor. Beide patiënten kregen (deels) hun zicht terug. Fantastisch toch? Ben je even euforisch als je wist dat tijdens een ander experiment in de VS drie vrouwen volledig blind werden na dezelfde behandeling? Deze ‘therapie’ lijkt meer op een voorbarige gok dan op een onderzochte, betrouwbare en veilige medische behandeling. Dit toont aan dat tijd – waarin er voldoende onderzoek wordt gedaan en waarbij ‘trial & error’ centraal staat – cruciaal is om betrouwbare therapieën te ontwikkelen en tot in het ziekenhuis te brengen. Dit voorbeeld moet het stamcelonderzoek niet ondermijnen, het moet wel het belang aantonen van fundamenteel onderzoek en betrouwbare wetenschapscommunicatie.
Er is de afgelopen 20 jaar heel wat onderzoek gebeurd, soms met positieve resultaten, soms met teleurstellende uitkomst. Een aantal behandelingen vonden hun weg naar patiënten, veel andere zaken bleken complexer dan gehoopt of verwacht. Er is in elk geval veel kennis vergaard waarop verder wordt gebouwd.