Terug naar overzicht

Stamcelonderzoek vandaag

Duizenden onderzoekers over de hele wereld zijn dagelijks bezig met stamcelonderzoek. Je vindt dan ook bijna elke dag een nieuw artikel, waarin een nieuwe bevinding wordt beschreven. Het lijkt misschien alsof alles over stamcellen al geweten is: ze kunnen zich ontelbare keren delen en ze kunnen zich differentiëren tot verschillende celtypes. Maar het is natuurlijk complexer dan dat. Wat valt er allemaal te ontdekken?

Voor we stamcellen gaan gebruiken als behandeling voor allerlei ziekten is het belangrijk om verder de mogelijkheden, maar vooral de potentiële risico’s in kaart te brengen. Onderzoekers over de hele wereld vergaren hierover informatie. Dat neemt tijd in beslag, en er zijn nog heel wat uitdagingen.

  • Zo is het in het labo mogelijk om stamcellen te laten ontwikkelen tot allerlei onrijpe celtypes, maar in de meeste gevallen is het nog niet mogelijk om stamcellen volledig te differentiëren tot volwassen, gespecialiseerde cellen zoals de cellen in ons lichaam. Dit kan gevaarlijk zijn omdat onrijpe en slecht gedifferentieerde stamcellen na transplantatie tumoren kunnen vormen.
  • Het is ook een uitdaging om na een transplantatie de stamcellen te laten functioneren in een complex systeem van (zieke) organen.
  • Bovendien is er dringend behoefte aan financiering om het onderzoek voort te zetten.

Het is dus zeker geen gemakkelijke taak om stamcelbehandelingen te ontwikkelen. Vandaag worden er al enkele therapieën met stamcellen toegepast zoals bijvoorbeeld de beenmergtransplantatie bij mensen met leukemie. Maar stamceltherapie is een relatief nieuw gegeven en veel mogelijke toepassingen voor allerlei aandoeningen bevinden zich nog in de onderzoeksfase.

Niet alleen het onderzoek naar stamcellen voor medische therapieën boekt vooruitgang, er gebeurt ook veel fundamenteel onderzoek. Dat onderzoek helpt ons inzicht te krijgen in het functioneren van stamcellen en in ziektebeelden te wijten aan een defect of tekort aan stamcellen.

Enkele voorbeelden

  • Onderzoekers hebben in juli 2022 nog in de spermatogonia, de voorlopers van de spermacellen, van ratten het gen gevonden dat ze in staat stelt om aan zelfvernieuwing te blijven doen. Dit toont aan dat we wel weten wat stamcellen allemaal kunnen, maar dat er nog weinig geweten is over de cellulaire context waarin stamcellen hun unieke eigenschappen kunnen uitvoeren. Deze context is van uiterst belang voor de ontwikkeling van eventuele therapieën. Dit fundamentele onderzoek is dus essentieel om het mechanisme van verschillende stamcellen volledig in kaart te brengen. De kennis over stamcellen neemt dagelijks toe.
  • Ook heel wat onderzoeken op stamcellen voor therapeutische doeleinden worden getest en onderzocht. Dit soort testen wordt eerst uitgevoerd op muizen of ratten. De stap naar de mens ligt dan nog enkele jaren in de toekomst. Vaak gaat het om zeer vooruitstrevende behandelingen. Bijvoorbeeld een nieuwe stamceltherapie om een ‘glioblastoom’, oftewel een soort hersenkanker, te behandelen. Dit wordt momenteel getest op muizen. De therapie staat dus absoluut nog in de kinderschoenen, maar positieve resultaten op muizenmodellen geven onderzoekers al een idee over hoe haalbaar de techniek zou kunnen zijn en vooral welke complicaties er allemaal kunnen optreden. Dit is belangrijk om behandelingen verder te verfijnen.
  • In de fertiliteitsgeneeskunde winnen stamcellen ook aan populariteit. Zo zijn onderzoekers momenteel bezig met het in vitro ontwikkelen van functioneel sperma uit stamcellen van ratten en muizen. Deze afgeleide spermacellen kunnen worden gebruikt om eicellen te bevruchten en zelfs levensvatbare, gezonde nakomelingen te produceren. Dit soort onderzoek gebeurt natuurlijk nog niet bij mensen en dat zal niet meteen veranderen. Hoe dan ook zou dit op langere termijn belangrijke gevolgen kunnen hebben voor mensen met fertiliteitsproblemen.
  • Een andere aandoening die op veel aandacht kan rekenen is de hartaanval. Je hebt te maken met een hartaanval als de bloeddoorstroming in de kransslagaders van je hart plots fel vermindert of volledig wordt afgesloten, bijvoorbeeld door een bloedklonter. Dit zorgt voor een zuurstoftekort in de hartspiercellen waardoor deze afsterven. Het lichaam reageert hierop door de afgestorven spier te overgroeien met littekenweefsel, in de plaats van nieuw spierweefsel. Dit littekenweefsel is echter niet geschikt om even efficiënt bloed te pompen als gezond spierweefsel. Het hart is een van de minst regeneratieve organen in het menselijk lichaam, het is zeer slecht in het zichzelf herstellen. Te veel littekenweefsel, door een opeenvolging van hartaanvallen, kan dus uiteindelijk leiden tot hartfalen en kan dodelijk zijn. Onderzoekers zijn dus al jaren op zoek naar geschikte behandelingen om het risico op herval te verminderen. Hiervoor wordt er opnieuw hoopvol gekeken in de richting van stamceltherapie.
Je winkelmand is leeg.