Zonder stamcellen bestaat er geen leven – of toch niet zoals we het nu kennen. Naast de ontwikkeling van ons menselijk lichaam tijdens de zwangerschap, spelen stamcellen ook een enorm belangrijke rol na de geboorte. Elke schaafwonde, snijwonde of andere wonde waarvan je uiteindelijk bent genezen en geen lichamelijke klachten meer van ondervindt is te wijten aan het werk dat stamcellen hebben verricht namelijk: regeneratie. Je kan je dus makkelijk inbeelden dat een defect of een tekort aan stamcellen verregaande gevolgen kan hebben voor onze gezondheid. Leukemie wordt vaak vooropgesteld als een voorbeeld aandoening ten gevolge van een fout in het DNA dat codeert voor stamcellen van de witte bloedcellen, wat uiteindelijk aanleiding kan geven tot bloedkanker.
Een stamcel is een niet gespecialiseerde ‘oercel’ die nog in staat is zich te ontwikkelen tot verschillende celtypes. Het is een basiscel die 2 unieke eigenschappen heeft:
Iedereen bezit stamcellen en meer nog, tot 4/5 dagen na de bevruchting bestaat iedereen uitsluitend uit stamcellen. Er bestaan verschillende soorten stamcellen: zij die zich kunnen specialiseren tot alle celtypen (totipotente stamcellen), tot de meeste celtypen (pluripotente stamcellen), tot een aantal celtypen (multipotente stamcellen) of tot één enkel celtype (unipotente stamcellen). Hoe jonger de cel is, hoe meer mogelijkheden ze nog in zich draagt. Een gedifferentieerde cel kan onder normale omstandigheden niet meer in een stamcel veranderen, hoewel er zich in het onderzoek talrijke studies toespitsen op het experimenteel terugdraaien van een gespecialiseerde cel naar een stamcel.
Algemeen wordt er een onderscheid gemaakt tussen embryonale stamcellen en adulte stamcellen. Het belangrijkste verschil tussen de twee is hun vermogen tot differentiatie. Hieronder nog enkele andere belangrijke verschillen:
Een manier om toch lichaamseigen embryonale stamcellen te creëren is door middel van therapeutisch kloneren, wat vandaag de dag nog niet aan de orde is. In veel landen is het onderzoek op en naar embryonale stamcellen daarenboven verboden wegens ethische bezwaren .
Desondanks de moeilijkheden om met adulte stamcellen te werken buiten het lichaam hebben deze adulte stamcellen hun nut al bewezen in medische therapieën. Een bekend voorbeeld hiervan is de beenmergtransplantatie van adulte bloedstamcellen als behandeling voor Leukemie, een soort bloedkanker.
Het antwoord is simpel: overal in ons lichaam zijn stamcellen te vinden. De bekendste zijn de stamcellen van het beenmerg, die voortdurend nieuwe bloedcellen aanmaken. In de huid zitten er dan weer huidstamcellen die continue de afgestorven huidschilfers vervangen door nieuwe huidcellen. Op deze manier heeft elk orgaan een eigen voorraad stamcellen die aanleiding kunnen geven tot de adulte gespecialiseerde cellen. Het enige orgaan waarin – tot op heden – nog geen stamcellen zijn teruggevonden is het hart. Hierdoor heeft het hart een sterk beperkte capaciteit om zichzelf te herstellen na een hartinfarct of andere vormen van weefselschade.
Stamcellen worden gekweekt op dezelfde manier als alle andere celculturen, namelijk in plastic kweekflessen of kweekschalen waarin de juiste voedingsstoffen worden voorzien. Steriliteit is hier van groot belang opdat opportunistische bacteriën en schimmels niet zouden groeien. Vandaar dat je mensen die werken met stamcellen vaak als halve marsmannetjes ziet rondlopen in afgesloten ruimtes. Stamcellen kunnen vers worden geïsoleerd – bijvoorbeeld uit afgestane embryo’s van onderbroken ivf-behandelingen of door afname bij volwassen mensen – maar ook jarenlang in bevroren toestand worden bewaard. De kweek zelf wordt uitgevoerd in een gespecialiseerde omgeving bij 37 °C, deze temperatuur komt overeen met onze lichaamstemperatuur en is ideaal voor het functioneren en vermenigvuldigen van de stamcellen.