Een eicel wordt bevrucht door een zaadcel. Er vormt zich een embryo dat kan uitgroeien tot een baby. Het lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet in geval van vruchtbaarheidsproblemen.
Maar als je er even bij stilstaat, ontdek je dat het een complex proces is dat in verschillende stappen verloopt. Daarbij spelen heel wat factoren een rol. Ze beïnvloeden stuk voor stuk de kans op een succesvolle bevruchting.
Tijdens de verschillende stappen kunnen problemen opduiken.
Als ten minste één jaar regelmatig vrijen niet leidt tot een zwangerschap, spreekt men van vruchtbaarheidsproblemen. Onderzoek toont aan dat ongeveer 1 op 6 koppels kampt met vruchtbaarheidsproblemen.
Vaak is er op voorhand geen enkele aanwijzing dat er een probleem is. Men wordt er pas mee geconfronteerd op het moment dat men tevergeefs probeert zwanger te raken.
Dan begint de zoektocht naar de oorzaak van het probleem en eventueel naar een behandeling.
De problemen kunnen verschillende oorzaken hebben.
(Eventueel aangeboren) aandoeningen, die kunnen leiden tot vruchtbaarheidsproblemen:
Sommige medische behandelingen leiden tot verminderde vruchtbaarheid,
Soms zal men bij zo’n behandeling preventief zaadcellen, eicellen of eierstokweefsel weghalen en bewaren. De patiënt kan daarvan gebruik maken op het moment dat hij of zij een kinderwens wil vervullen.
Vruchtbaarheidsproblemen zijn echter niet altijd te wijten aan ernstige medische problemen. Ook andere (levensstijl)factoren hebben invloed op onze vruchtbaarheid.
De belangrijkste zijn:
Je hoort het weleens zeggen dat de biologische klok van een vrouw tikt. Dit betekent dat de vruchtbare periode van de vrouw steeds korter wordt. Gemiddeld rond de 50 jaar maakt een vrouw de menopauze door. Als de menstruatie stopt, betekent dat dat er geen eicellen meer rijpen en dat zwanger worden op natuurlijke wijze niet meer kan.
Naast de duidelijke grens van de menopauze verkleint de kans op zwangerschap daarvoor al. Vanaf 35 jaar gaat het bergaf met de vruchtbaarheid en stijgt de kans op complicaties of een miskraam.
De voorbije decennia is de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen alsmaar gestegen in ons land. In de jaren 70 was dit nog 24 jaar, in 1987 was het 25 jaar en in 1991 rond 26 jaar. Vandaag zijn vrouwen gemiddeld ruim 28 als hun eerste kind geboren wordt. Mogelijk verklaart de stijgende leeftijd mee waarom de stijgende vraag naar vruchtbaarheidsbehandelingen.
Leeftijd speelt vooral bij vrouwen een belangrijke rol. Dat betekent echter niet dat het bij mannen helemaal niet van belang is. Studies tonen aan dat de kwaliteit van de zaadcellen afneemt met de leeftijd, waardoor de kans op een zwangerschap kleiner wordt.
Roken heeft zowel op de vrouwelijke als mannelijke vruchtbaarheid een negatief effect:
Aan het begin van een vruchtbaarheidsbehandeling raadt men zowel mannen als vrouwen vaak aan om te stoppen met roken. De slaagkansen van de behandeling stijgen er aanzienlijk door.
Zowel een te hoog als een te laag gewicht kan de menstruatiecyclus van vrouwen verstoren. Teveel buikvet kan de hormoonhuishouding schaden en heeft op die manier een negatief effect op de vruchtbaarheid.
Alcohol beïnvloedt de hormoonhuishouding, remt de eisprong af, verstoort het transport van zaadcellen en kan leiden tot erectie- en ejaculatiestoornissen. Drugs beïnvloeden de spermakwaliteit en de menstruatiecyclus.
Meer informatie over de factoren die de vruchtbaarheid beïnvloeden vind je op www.testjevruchtbaarheid.be.
Je kan er ook een testje doen om na te gaan hoe het met jouw vruchtbaarheid is gesteld.
Op de website klaarvoorkinderen.be kun je aan de hand van vragen jouw levensweg simuleren om na te gaan hoe kinderen in je leven passen en waarmee je rekening moet houden als je een kinderwens hebt.
Dan kun je dit best bespreken met je huisarts of gynaecoloog. Indien nodig kan je een afspraak maken met een arts in een fertiliteitscentrum. In die centra is men gespecialiseerd in vruchtbaarheid, vruchtbaarheidsproblemen en -behandelingen.
Hier vind je een lijst van alle fertiliteitscentra in Vlaanderen.