Een verslag door vrijwilliger Kim Fillée
Tom Goffin (gezondheidsjurist vakgroep Volksgezondheid en Eerstelijnszorg Ugent), Patrick Loobuyck (politiek filosoof verbonden aan UA en Ugent) en Wannes Van Hoof (wetenschappelijk medewerker bij Sciensano) raken tijdens dit panelgesprek enkele hete hangijzers aan, telkens vanuit hun eigen invalshoek. An Ravelingien (Beleidscoördinator ethiek en patiëntenbelevingen, AZ Delta en verbonden aan Bioethics Institute Ghent) is de moderator van dienst.
De avond begint echter met een korte uiteenzetting van Prof. Ignaas Devisch, gewezen voorzitter van De Maakbare Mens. Het is volgens hem duidelijk dat we als samenleving niet voorbereid waren op de coronapandemie. De noden waren en blijven groot, maar de middelen zijn beperkt en de tijdsdruk hoog. Uiteraard moesten er urgente keuzes gemaakt worden, maar waar baseer je deze best op?
Doorheen het panelgesprek wordt duidelijk dat ethiek solide fundamenten kan bieden om beslissingen te kaderen, zoals ook het panel unaniem onderschrijft. Tom Goffin hekelt echter het gebrek aan algemene ethische denkkaders bij de huidige COVID-19 crisis. Prof. Devisch is gematigd pessimistisch als het gaat om de lessen die we hieruit zullen leren. Deze kaders belangen nochtans niet enkel filosofen aan. Ethiek is ook een zaak van burgers, overheden en wetenschappers. Wie, hoe en of we mensen vaccineren bijvoorbeeld, is niets minder dan een moraalfilosofisch vraagstuk.
De vaccinatiestrategie is volgens Loobuyck wel een voorbeeld van een geslaagde denkoefening. Er zijn bij zo’n beslissing heel wat criteria die kunnen doorwegen, zoals de economische of maatschappelijke noden. Zelfs een volstrekt willekeurige loting was een optie. Toch heeft men gekozen voor de groep met het grootste risico op overlijden. Ook de zorg krijgt voorrang, wat een kwestie is van wederkerigheid na alle gevraagde opofferingen. Hij stelt dat hij dit persoonlijk de juiste keuze vindt, ook vanuit een moreel oogpunt.
De moderator is hier echter kritisch over. Ze vindt dat psychisch leed, maar ook de toenemende leerachterstand tevens belangrijke criteria zijn. Deze werden helaas niet vertaald in een aangepaste strategie. Naar aanleiding van een vraag uit het publiek, stelt ze ook dat het begrip solidariteit volgens sommigen te weinig in de mond wordt genomen. Dr. Ravelingien heeft echter het aanvoelen dat deze term net uitgehold wordt en er een oneerlijke nadruk op wordt gelegd.
Prof. Loobuyck haalt hier even een actueel topic aan. Jongeren, die inderdaad te maken krijgen met leerachterstand, vinden het ook vaak oneerlijk dat zij achteraan het rijtje komen in het vaccinatieplan. Naast hun studies willen zij immers ook van het leven genieten. Hij kadert dit echter in het principe van solidariteit. Jongeren hebben reeds veel inspanningen geleverd, maar wel om levens te redden. Dat ouderen nu hypothetisch sneller van het leven zouden kunnen genieten, is in dat opzicht niet te vergelijken.
Juridisch gezien botst men echter op het probleem van de proportionaliteit, volgens prof. Goffin. We kunnen geen vrijheden afnemen als dit niet absoluut noodzakelijk is. Als we strikte maatregelen kunnen afbouwen, is dit eigenlijk een wettelijke verplichting.
Wannes Van Hoof waarschuwt voor het gevaar dat dreigt als we elkaar teveel met de vinger gaan wijzen. Het woord ‘solidariteit’ gaat al snel gepaard met een gevoel van morele superioriteit. Dit staat een open debat net in de weg.
Het principe van solidariteit kan volgens prof. Loobuyck nochtans de sleutel zijn tot het bereiken van een vrijwillige groepsimmuniteit. Deze valt te verkiezen boven een systeem waarbij mensen verplicht zijn om zich te laten vaccineren.
Het publiek van het debat krijgt op deze woensdagavond ook zelf een vraag voorgeschoteld. Hieruit blijkt dat het merendeel van de kijkers ook voorstander is van vrijwillige vaccinatie. Er is zelfs sprake van mildheid en geduld voor hen die dit niet meteen zien zitten. Dit leunt aan bij de resultaten van het project waar Van Hoof aan meewerkte. Honderd burgers werden geselecteerd, op basis van hun uiteenlopende antwoorden op een enquête over dit vraagstuk. Zij werden samengezet om tot een gezamenlijk standpunt te komen. Hieruit bleek dat zij eveneens neigen naar een vaccinatiecampagne zonder verplichtingen, maar dat er wel repercussies mogen zijn voor je bewegingsvrijheid. Hoever die tweedeling zou gaan, daarover werden de deelnemers het niet eens. Ook de bevoegde minister, die op de hoogte werd gebracht van dit resultaat, deelt die mening. Het principe van de keuzevrijheid, ook zo’n stokpaardje van de ethiek, speelt hier blijkbaar een doorslaggevende rol.
Voor een ware verplichting is het volgens Tom Goffin ook te laat. Dit had in het prille begin beslist moeten worden, niet plots in het midden van een vaccinatiecampagne.
Dr. Van Hoof herinnert er ons aan dat het virus blijft muteren, we kunnen niet voorspellen hoe dit gaat interageren met de vaccinaties, laat staan dat we kunnen voorspellen hoe ernstig COVID-19 op langere termijn blijft. In dat opzicht hebben we geen antwoord op de vraag of een verplichting ooit aan de orde is. Ook de vraag over het al dan niet verplichten van vaccins voor zorgpersoneel, is nu nog niet op te lossen.
Vanuit het publiek komen er enkele vragen over de rol die de farmaceutische industrie speelt, zowel wat betreft hun samenwerking met onze nationale overheid, als wat betreft de wereldwijde verspreiding van het vaccin.
Wannes Van Hoof hekelt de ongenuanceerde informatie die wordt verspreid over de juridische aansprakelijkheid van de producenten. Het is waar dat Astra Zeneca en consorten in de regel niet kunnen worden vervolgd. Toch moet elke producent zijn onderzoeken en data vrijgeven. Uiteraard moeten deze volledig kloppen, anders zijn ze wel degelijk aansprakelijk. Er kunnen echter elementen opduiken die niemand had kunnen voorzien. Als jurist beaamt Tom Goffin dat je nu eenmaal niet kunt worden bestraft voor iets wat je niet kunt voorzien. Hij vindt net dat de industrie en de overheden zich zeer correct hebben opgesteld, voor zover transparantie hierin mogelijk is.
Patrick Loobuyck stoort zich aan de ideologische kaping van het debat daarrond. De farmasector is niet noodzakelijk verdacht omdat ze winst moet en kan maken. Al moeten we ook niet denken dat dit een triomf is van de vrije markt, aangezien het wel degelijk om een publiek-private samenwerking gaat. Het is trouwens door de garanties van westerse mogendheden dat ook minder rijke landen dit vaccin uiteindelijk in handen zullen krijgen. Het is immers in ons eigen belang dat de pandemie ook daar onder controle blijft.
Om af te sluiten peilt dr. Ravelingien naar wat de panelleden zelf hebben geleerd uit deze crisis, maar ook naar wat ze hopen dat de samenleving als een geheel zal bijblijven.
Wannes Van Hoof hoopt dat we inzien dat wetenschap zeer waardevol en belangrijk is, ondanks dat het moeilijk en ingewikkeld is om je hier op te baseren. Wetenschap is continu in ontwikkeling, wat verklaart waarom wetenschappers hun adviezen regelmatig moeten bijstellen. Dat we hier als samenleving flexibel mee kunnen omgaan, is een goed teken. Er is commotie rond het vaccin, maar dit is vooral een probleem van communicatie en vertrouwen.
Prof. Loobuyck beaamt dit. Kritisch denken is immers ook vertrouwen hebben in instanties die hun strepen over de jaren verdiend hebben, zoals wetenschappelijke instituten of overheden. Het ergste wat zou kunnen gebeuren is immers dat we ons uit elkaar laten spelen, in plaats van aan hetzelfde zeel te trekken wanneer we elkaar hard nodig hebben.
De activiteit ‘Coronavaccinatie: een gesprek over de ethische vragen’ vond online plaats op 4 maart 2021.